In Xalkida huurden we een autootje. Een UP! Idioot duur, want in Xalkida is maar 1 autoverhuurder.. een oplichter bovendien.
Tank kwart vol terugbrengen. Dat kan toch niemand? Hij wordt slapend rijk.
Maar goed, we wilden een autootje, we hadden een autootje. En we reden ermee de Zuidkust van midden Evia af.
Van Xalkida naar Alliveri en weer terug.
En we bekeken nog eens een keer “ons” huis in Eretria. Was het nog steeds zo geweldig?
Had ik de nadelen van Evia al opgesomd?
Kruyff zei het al. Die brug. Die is handig, want je bent zo in Athene. Maar die brug. Die is ook handig voor allerhande gespuis uit
de Balkan en die bedelen, stelen, zijn irritant, vervelend en aggressief en hebben mijn portemonneetje geroofd.
Niet eerder hebben we op een Grieks eiland het bootje afgesloten, maar hier wel!
Uiteindelijk wordt het denk ik de keus tussen Chios en Evia.
En wat zijn dan de nadelen van Chios?
Het ligt vlakbij Turkije en asielzoekers spoelen en grosse aan. Waren het eerder nog zielige bijna verdronken gezinnetjes,
nu zijn het agressieve Syriers die geen “nee” als antwoord accepteren.
Gevlucht voor het geweld ja, maar ze nemen het ook mee..
De keus is dus tussen Roma of Syriers.
Zegt u het maar..
Volgens Jan is die keus snel gemaakt. De asielzoekers! Want dat gaat over.
Dat hopen wij ook voor ze..
Van Pakis op Chios mogen we in zijn huisje in Avgonyma, om op ons gemakje rond te kijken en te proeven hoe het is om er echt te wonen.
Maar nu ben ik op de gebeurtenissen vooruit gelopen.
Eerst belden we nog een keer de aannemer met de in Xalkida gekochte noodtelefoon. Dat ging nog niet vanzelf,
want alle nummers stonden natuurlijk op de iPhone.
Uiteindelijk had ik het nummer van Prokopois nog ergens opgeschreven. Wat een mazzel.
En ja. Het is een bizar mooi huis op een bizar mooie locatie en voor alle doeleinden geschikt.
Alleen een beetje duur..
Inmiddels ben ik wel bereid dat voor lief te nemen. Niet de hele vraagprijs uiteraard, maar misschien moeten we toch een poging wagen.
Zeker als je al die andere huizen ziet.. Bouwvallen, zomerhuisjes, casco’s, allemaal voor meer geld.
Dus crowdfunding dan maar, zoals eerder genoemd. De rente bestaat uit verblijf in het huis als wij zeilen:)
Verder betalen we gewoon terug uiteraard.
Toen we de UP terug brachten ontstond nog een kleine spraakverwarring over de gereden kilometers. Want die rekende de boef
ook nog bij meer dan 200km per dag, naast de hoofdprijs en de voor hem gratis benzine.
Maar we hadden slechts 180 km gereden!
Ron begon net te stomen toen duidelijk werd dat de boef de papieren van een andere auto in zn handen had.
Ah! Gerechtigheid!
Toen stonden we voor een heel andere keus.
Piepje, Kelly en Joost met de taxi naar Xalkida laten komen?
Normaal gesproken geen probleem. We hebben immers geen veerdienst en bovendien wilden we naar het Noorden, naar Salonica.
Al die mijlen tegen de Noordenwind in hakken, waarom zouden we dat doen?
Maar we gingen toch naar Porto Rafti, want de banken gingen dicht en de mensen in Athene gingen de straat op.
Het was zo ver.
Voor de zekerheid sloeg ik bij de Lidl in Alliveri zakken met bonen en blikjes met tonijn in. En nescafe.
Zo. De crisis zouden we zeker een paar weken overleven.
De nescafe bleek overigens decafe. Niet eens geproefd.. maar het werkt niet in op de darmen, een nogal onverwacht gemis..
Jullie begrijpen dat de zakken met bonen en de blikjes met tonijn ongeopend aan boord liggen.
Want crisis? Daar doen de Grieken op de eilanden niet aan. Ze hebben immers alles! Kippen, geiten, schapen, vis, tomaten, komkommers,
feta.. Wat heeft een mens meer nodig?
Er zullen een paar eilanden zijn zonder eigen water en afhankelijk van de waterlevering, maar behalve ambtenaren en pensionada heeft
iedereen gewoon geld en de zwarte economie rolt prima door.
Uiteraard wordt per kas betalen op prijs gesteld, want van de bank krijg je je geld immers niet meer terug.
En pensionada wonen gewoon samen met de kinderen.
Zo wordt alles hier opgelost.
En er wordt wel geklaagd, uiteraard, want de werkeloosheid is idioot hoog, vijf banen (iedere dag een andere) is geen uitzondering,
maar onze Jan en Els woonden eerst ook met Hans en al bij de ouders in.
En Hans en Gien hebben ook ma Mijs in huis.
Het zou wel fijn zijn als de overheid weer wat te besteden heeft, zodat de uitvlucht van geschoolde jongeren stopt.
En weer dwaal ik af.. We gingen naar Porto Rafti dus.
En legden aan aan een mooring.
Net dat we van boord wilden om aan de wal wat te gaan drinken, merkten we dat we niet op dezelfde plek lagen? Hm?
Aiaiai! We waren los! We dreven gewoon maar wat rond richting de andere schepen die wel keurig vastlagen!
Gatverdegatver. Die stomme moorings ook! Fulmineerde Ron terwijl we in no-time de motor hadden gestart
en een goed heenkomen zochten.
Maar ja, wat nu? Ankeren was ook geen optie.. Uiteindelijk haalde Ron de hele bult lijnen van dezelfde
mooring boven water en knoopte onze lijn onderaan vast. Kennelijk hadden we ons eerder niet aan een lus,
maar aan een los flutje vastgezet.
Grmpf. Stomme moorings.
Aan de wal sloegen we water, brood, milopita, solar tuinlampjes die we vrolijk in de lieren staken en andere troepzoot in.
En daar waren Minipiep, Kelly en Joost!
Minipiep was onmiddeloos hopeloos verliefd op de vele rondlopende jonge katjes en had eerst niet eens in
de gaten dat Joost en Ron wegmotorden met de koffers.
Het nieuwe bijbootje is uitstekend, maar eigenlijk drie-persoons. Dus eigenlijk waren de koffers en
Joost en Ron al te zwaar:)
Maar het ging allemaal goed. Daarna ook trouwens, met Minipiepje, Kelly en ik.
In geen tijd lagen de grutjes te water. Want wat doe je hier anders, aan boord van een scheepje in een baai in Griekenland?
En alweer binnen geen tijd lag iedereen te slapen. Het was dan ook een lange reis geweest die vroeg begon.
Wij hadden de boord-indeling al bedacht. Kelly met haar slapies (kussens, dekbedden, zeilen en een tafelblad) in de bakboord achterhut
en Joost en Isabella samen stuurboord achter. Isabella had gedacht dat ze gezellig samen met Kelly zou slapen, maar met papa
was ook goed uiteraard.
En zo togen wij terug naar het Noorden, al giechelend, zwemmend, duikend, bierdrinkend (Joost en Ron) en ondergedompeld in de
moppen en raadsels van Isabella (die van Vrijdag was heel leuk:).
Isabella vond het wel jammer dat we de katten moesten achterlaten. Dat was even wennen in het begin, dat we steeds weer
weggingen.
Aan de wind konden we natuurlijk niet ontkomen, maar hier in de binnenzee tussen Evia en Attika zijn geen metershoge golven.
Een soort IJsselmeer eigenlijk, hoewel Kelly dat bestreed. Zij kan het weten, zij zeilt iedere week op ons koude water,
waar de golven volgens haar toch een stuk minder zijn.
Ik ben het allang vergeten. Alleen het grauw, zelfs op mooie zonnige dagen, staat me nog vers bij.
We begonnen met een kort stukje zodat de nieuwkomers konden wennen. Recht naar de overkant, naar Neo Marmari.
In een van de winkeltjes kocht ik een Griekse atlas voor schoolkinderen. Daar staat niet alleen demografische, economische
en topografische informatie in, maar ook de antieke geschiedenis van Griekenland.
De minoische, myceense, helleense, etc perioden. Inclusief de betrokken eilanden cq steden.
Op 5 juli gingen we een baaitje naar boven, waar we eerder het franse mode-echtpaar en Lord Byron met z’n vriendin troffen.
Het Franse mode-echtpaar was er nog! Maar die gingen nu wel vertrekken, nu de banken dicht waren en het er somber uitzag.
Op 6 juli hadden we het plan opgevat om naar de overkant te gaan. Maar het zou wel harder gaan waaien en het was een langere afstand.. dus om 08:18, terwijl Isabella en Kelly nog sliepen, sneakten we de baai uit.
Hoe heette het plaatsje ook al weer, waar we terechtkwamen? Oh ja: Agio Apostoli! Met de akelig ondiepe haven, de harde wind, de vreemde
op bommen gelijkende mooringverankering op de bodem en de onafgemaakte kerk. Eerst legden we achteruit aan, maar dat was al gauw te ondiep.
Dus dan maar met de punt naar voren. Wat een gedoe met die wind.
Maar het stadje was aardig.
Er was een luxe ijssalon waar we tot twee keer toe decadent en uitgebreid ijs hebben gegeten.
Er was een pizzeria met prima pizze..
Wat te doen vanaf Attika. Nu al naar Xalkida? Baaitje omhoog? Baaitje terug?
We besloten naar Alliveri te gaan.
Oef. Wat een wind daar weer.
Maar geen zee. En de wind viel weg in Alliveri, dus we aten er niet alleen lekker en goedkoop (enorme rib-eye steaks voor 6Euro),
ik werd door Kelly ingemaakt met luchthockey en sliepen ook nog rustig.
Er waren wederom katten te over, de mevrouw van de Taverna herkende ons en we raakten aan de praat over de crisis. Waar
anders over?
Van Alliveri ging het naar Eretria, waar we zwommen, wandelden, aten, giechelden, huilden (Isabella soms, maar daar is ze dan
ook 10 jaar voor), trampoline sprongen (alweer Isabella), luchthockey speelden met zn allen (revanche!), bier dronken alsof ze thuis
aan de keukentafel zaten (Joost en Ron).
Onderweg van Eretria naar Xalkida was het rustig weer en Kelly wilde wel achter de boot hangen.
Isabella leek dat ook wel wat, maar Joost had eerder gezien wat er allemaal uit de zee werd gevist en zag zichzelf
als een aas aan een lijntje achter de boot niet zitten.
Boehoeoe.. nou mocht Isabella ook niet!
Maar gelukkig mocht ze wel met Ron. We bonden een oude genuaval aan twee kanten achterop waardoor er een soort zwem-lus
in het water hing, knepen de snelheid van het schip tot een knoop en daar gingen ze.
Heel even kwam er weer zo’n windstreep waarna alle zwemmers werden gesommeerd onmiddellijk uit het water te komen,
maar het bleek gelukkig loos alarm. Iedereen weet nu dat je tegen de boot niet zwemmen kunt:) hoewel Isabella als een kikkertje
van Ron naar Kely heen-en-weer schoot, tot afgrijzen van Ron die haar een paar keer maar net bij de kladden had. Een fimpje…
Ze had dan wel een zwemvestje om, wat overigens tot afgrijzen van haar was, maar dat moet je niet willen laten gebeuren,
dat de boot bij haar wegvaart. Zelfs niet met 1 knoop.
Die avond waren we weer in Xalkida, aten we bij Lupo en gingen Joost en Ron op een holletje naar de Luna toen heel vroeg al
het licht bij de brug op groen ging. We waren nog niet eens uitgegeten! Maar ze waren net op tijd.
Kelly, Isabella en ik moedigden ze vanaf de brug aan toen ze langs kwamen varen.
De volgende dag ging Joost met Minipiep en het bootje naar de overkant van de vernauwing om te zwemmen en Kelly en ik gingen shoppen.
Ik geloof niet dat we ergens mee thuis kwamen, maar we hadden wel lekker jurkjes gepast.
We bleven een nachtje extra in Xalkida. Wat mij betreft alleen maar om bij Lupo te eten:), maar het was natuurlijk omdat
Joost en Isabella weer naar huis moesten en Thomas aan boord zou komen.
Voor de tweede keer huurden we bij de oplichter een autootje.
Met z’n allen (zonder Ron, die bleef lekker aan boord prutsen een dagje) op tijd naar Athene, naar oh ja, Markopoulo = Venizelos =
1 vliegveld.
Toen we afscheid genomen hadden van Joost en Minipiep, wilden Kelly en ik wel naar Artemis. Och och. Toen we het eindelijk, eindelijk
hadden gevonden belde Thomas. Zijn vliegtuig was een uur eerder geland dan gepland.
We mochten van allerlei borden NIET de weg terugnemen die we in gedachten hadden gehad, dus met een flinke omweg kwamen we eindelijk,
eindelijk weer op Venizelos aan.
Onderweg naar Mycene, a once in al lifte time occasion, wilde Kelly gezellig met Thomas achterin zitten.
En dat was prima, maar ik ben potdorie geen taxichauffeur, dus alleen het eerste stuk!
Dankzij alle tolwegen konden we Mycene prima vinden. Ons uitstapje voor een versnapering in het oude Korinthe mislukte echter jammerlijk.
Geen tolweg = geen weg (= weg kwijt:))
Misschien had ik toch de tom-tom mee moeten nemen.
Kan ik volgend jaar wel doen.
Volgend jaar wil ik namelijk weer naar Mycinis, maar dan met Ron en met een gids.
Een gids voegt zoveel toe. Zeker als er geen documentatie te krijgen is omdat de museumwinkel is gesloten omdat de overheid
het museumpersoneel niet meer betaalt.
Daar begrepen wij eigenlijk niet heel veel van, want er liepen overal mensen rond. Maar er zal wel een wet zijn die tegengaat
dat een archeoloog in een winkel staat. Zoiets.
We hadden het wel naar onze zin. Er was genoeg te bewonderen.
Weer terug in Xalkida had Ron de hut van Kelly vrijgemaakt van alle zeilen en andere bende, want nu had ze natuurlijk een nieuw slapie mee:)
Een dag later waren we na een rustige tocht in Loutra Aidipsou, waar we eerder met Thomas en Irene (andere Thomas dus:)) hadden gebbqd.
Loutra, waar ze busladingen mensen verwerkten die vanwege hun gezondheid geneeskrachtig kwamen baden.
Wij zwommen er niet, we lagen in de haven naast de Ferry. En we weten waar en wat Loutra loost..
Het was wel een veel grotere plaats dan ik gedacht had. Misschien alleen door de toeristen?
Na Loutra zeilden we verder naar het Noorden, naar Orei, waar ik Helena opviste die prompt inging op de uitnodiging ergens te gaan eten,
toen we samen met Frans en Marleen aan de borrel zaten op een terras.
En hier eten? Neuh.. Naar een goede taverna. Met lekker eten. Wacht maar!
Zij reed die avond.
Eerst langs haar huis, een grote strand- c.q. vakantiewoning aan de idyllische Noordzijde van Orei.
Het huis wat ze had overgehouden na haar scheiding en waar ze samen met Kostas en haar dochter, schoonzoon en kleindochter woont.
In woeste vaart gingen we over kronkelweggetjes, overlichte wegen onverharde wegen, Kelly had het er benauwd van.
Maar ze had ons mooi naar de taverna gebracht waar de man van haar dochter als ober werkt.
In Nederland een zeldzame combinatie denk ik, een ziekenhuisarts met een ober als echtgenoot?
Hier heel gewoon. Misschien had Helena’s schoonzoon nog wel drie baantjes. Wie weet.
En het eten was uitstekend. Lekkere padidakia arnakia (lamskoteletjes), kaaskoekjes, van alles.. Helena praatte honderuit.
En wij ook, hoewel de communicatie niet uitstekend was, gezien het feit dat Helena met name Grieks sprak en ik alleen Griekse groente spreek..
Maar we hadden het naar onze zin en werden voldaan weer afgezet bij de boot.
Na Orei zeilden / motorden we naar een Zuidbaai van Skopelos, Agnontas en van Agnontas gingen we weer naar Skyros, waar we twee dagen bleven
om de belachelijk harde wind uit te zitten.
Op Skyros huurden we scooters. Wat leuk! Het hele eiland zijn we rond geweest. De havenmeester bleek ook te werken voor de scooterverhuurder.
De scooter die Ron en ik hadden kon ons gezamenlijk gewicht maar net aan, maar het ging goed. Steile hellingen werden met veel gebler van de
uitlaat toch gehaald. We hebben de Skyros ponies gezocht en gevonden, een blusheli aan het werk gezien en de branden ook trouwens,
de waarschuwingspamfletten met de tekst:
in case of fire, call Skyros firestation 2222093199 or 112
Skyros is werkelijk prachtig. En goed georganiseerd ook nog!
Deze keer geen kreeft bij de Taverna, de geen kreeft was overigens geen succes, maar het heldendeuntje bij aankomst van de Ferry maakte alles weer goed.
De dag erna aten we in een andere Taverna. Dat was beter.
We troffen daar bovendien Arthur en zijn Sabine die na een seizoen flotielje zeilen een nieuwe Beneteau Oceanis 50 hadden gekocht en hier nu
voor het eerst zelf aan het zeilen waren.
Kelly en Thomas zijn nog aan boord geweest en wauw, wat een mooie boot.
Arthur was cameraman geweest, had zn bedrijf verkocht en Sabine beheerde nu hun pensioen: een huis in Frankrijk en nog wat dingen.
Skyros ontbeert echter leuke kleine winkeltjes, die had Kelly graag gaan verkennen. Dat dan weer wel.
Op 19 juli vertrokken we vroeg, nou ja, zo vroeg mogelijk. We hadden een flinke rit voor de boeg, naar Psara. Met beste wind en flinke golven.
Arme Kelly. We hadden de grutjes beter gelijk met ons uit bed kunnen halen, want zo meteen al op zee was wat teveel van het goede.
Dan moet je ook niet binnen zijn denk ik, met dat geklots en gebots en gedoe na een windwokkel.
Na die windwokkel waren ze wel allebei snel boven:)
Onderweg losten Thomas en Ron elkaar achter het stuur af.
Erg luxe, zo’n tweede stuurman aan boord. Mijn geheime wapen, de stuurautomaat, trok het namelijk niet. Spoedcursus zeilboot besturen voor Thomas
Op Psara, 52 mijl verder, aten we weer bij dezelfde taverna als eerder. Dan kan ook niet anders, want Psara is maar een taverna rijk.
En wat denk je Piet en Klaar? Ze hadden Ron zn zonnebril nog! Keurig ingepakt in een keukenpapiertje!
Ha! Toen had Thomas ook eindelijk een zonnebril.
Ik was blij dat ik extra anti-zonnebrand had gekocht en vanuit Nederland over had laten komen 🙂 want Thomas brandde lelijk.
De dropjes waren overigens ook snel weg. De kaas bleef redelijk over.
Broodjes nuttigden we onderweg liefst zo, kaal, zonder boter of beleg. Valt beter op de maag.
Ook altijd appels onderweg en ladingen kersen. Heerlijk, die kersen.
Kelly en Thomas hadden inmiddels een vlucht geboekt vanaf Chios de 23e en we hadden een rondje om Chios in gedachten voor we bij
de eindbestemming, Volissos, zouden zijn.
Vanaf Psara gingen we dus, met deze keer Kelly achter het stuur, naar het Noorden van Chios. Khardamyla.
Bij aankomst lag in het ondiepe haventje een zeilschip langszij. Hm. Asociaal! Vonden we.
Maar wat te doen? Luna op zn Hollands bij hem langszij leggen? Buiten liggen vonden we niks, het zou weer flink gaan waaien
en dan lig je niks lekker in zo’n klotsbaai op het Noorden. Na weer een rondje stond er iemand op de kade te gebaren.
Wij er met de punt heen om te kijken wat hij te vertellen had. Wel, het zou goedkomen. De lesboot zou over een uurtje vertrekken,
dus wij konden wel even schuin tegen de kadepunt aanleggen. Met weidse gebaren gaf hij aan hoe we moesten ankeren.
En inderdaad ging de lesboot niet al te veel tijd later op weg. We zouden eigenlijk nog een versnapering nemen in een van de taverna’s
op de kade toen de groep zeilcursisten zich klaarmaakt om weg te gaan.
Van die versnapering kwam op dat moment dan ook niks. Hup, hup, hup! Naar de boot!
Het zeilschip naast de lesboot vertrok ook zagen we, toen we aan het wachten waren op de cursisten.
Het duurde allemaal even.
Ondertussen was Thomas het achteruit varen aan het oefenen, dan kon hij zo gaan aanleggen.
Hij vroeg zich hardop af of we daar we goed aan zouden doen, hem laten aanleggen, maar waarom niet?
Het achteruit varen ging goed, hij ging de goeie kant uit, kwam uit waar hij op mikte, de wind kwam mooi van achteren, dus waarom niet?
En het ging prima, Thomas zn eerste aanlegpoging.
Kelly zou de volgende dag, hadden we bedacht. In Chios.
Toen we echter de volgende avond de kaart nog eens bekeken, bleek Chios best wel groot.
Lieve help.. na Chios stad, dat zou nog wel gaan die 16 mijl, zouden we dan 40 mijl moeten varen, waarvan 20 tegen de harde wind in.
En Ron wilde graag nog even kijken in Volissos om zeker te weten dat we daar de boot wel achter zouden kunnen laten.
Dus we veranderden van plan. Alweer.
Naar Volissos gingen we. Eerst motoren, er was geen wind, totdat Kelly opmerkte dat het waaide!
Ha! Ron pakte zn kans en riep dat we zouden gaan vlinderen!
Met Thomas voor aan dek zou de boom uitgezet worden. Nog terwijl we daarmee bezig waren, waaide het echter al 16 knopen.
Eehh..
Daar ging de boom weer. Gewoon zeilen ging uiteraard ook prima.
Kelly aan het wiel
Omdat er bij aankomst in Volissos geen sprake was van een mooie aanleg-route, we moesten langszij met wind op de kop, dachten
we Kelly later bij het uiteindelijke afmeren te laten sturen.
Daar kwam het echter niet meer van.
Wat was dat nou voor een nep marina? Er waren geen toiletten, er was geen toezicht, iedereen kon zomaar het terrein op?
Er waren wel grootse festiviteiten met dance muziek die tot in de ochtend over het water tot ons kwam.
Het bleek een feest voor een heilige. Vraag me niet welke, de Grieken hebben er teveel om op te noemen.
Het was op 21 juli, dus de liefhebber kan het nakijken.
We aten de eerste avond duur (relatief dan) in een feest opstelling. Teveel varkens souvlaki (et enig wat ze hadden) van plastic bordjes
en drankjes uit plastic bekertjes.
Er was ons verteld dat er alleen daar een eetgelegenheid was, een winkel was nergens te bekennen, dus we moesten.
De volgende dag wandelden we “op”, omhoog naar Volissos.
Een middeleeuws plaatsje waar, volgens de van Thessaloniki afkomstige havenmeester, 300 bejaarden woonden en waar het in de
winter erg eenzaam was.
Maar gelukkig had je daarna weer de lange zomer vanaf maart, vertelde hij.
Om Volissos voor de toekomst te behouden is een soort crowd-funding project gestart. Derden kopen dan een huisje als het opgeknapt is.
Ze hadden nog heel wat huisjes te gaan zagen we.
In de minimarket vonden we iemand die wist waar we een taxi zouden kunnen vinden. Bij Mavros.
En dat bleek de uitbater van een taverna wat verderop, die een “taxi” reed. Het zal ook wel ilegaal zijn geweest.
Een andere optie hadden we echter niet, Thomas en Kelly moesten toch echt naar het vliegveld de volgende dag.
Uiteraard was er eerst wat spraakverwarring. Afhalen bij porto Volissos? Ja hoor, prima.
Porto Volissis bleek een hotel.
Die 300 bejaarden zijn behoorlijk actief kan ik u zeggen.
Die avond aten we een stujk beter in een ander tentje aan de kade.
We hadden inmiddels besloten dat wij (Ron en ik) direct uit zouden varen zodra Thomas en Kelly in de taxi zouden zitten.
65 mijl naar Mytilini op Lesbos tegen de wind in.. Ron had het liever niet gedaan, maar wat moet je?
Je bootje zes weken, tot Otto en Marion zouden komen, onbeheerd achter laten?
Nee, zeker niet.
We zwaaiden Kelly en Thomas uit en vertrokken.
Mavros bleek overigens een maniak, naar Nederlandse begrippen.
Een echte taxichauffeur zal ongetwijfeld erger zijn geweest:)
Ze kwamen evengoed heelhuids en op tijd aan.
Wij, Ron en ik, hadden mazzel. Geen wind tegen! Geen wind. Wel golven van oude wind.
Daar werd ik onderweg even hoogst ongelukkig van toen ik een programma moest aanpassen omdat ik iets fout had gedaan.
Gatverdegatver! Met een handdoek over mn hoofd buiten op de bank in de kuip (het extra schermpje, zo lief door Gerbra besteld, hielp onvoldoende.
In de zon kan je niet werken. Binnen was helemaaaaaal geen optie.), op een van oor tot oor schommelende boot..
Je kunt je muis niet gebruiken: die loopt steeds weg.
Je kunt niet tikken: je pc’tje kukelt steeds.
Je kunt zowat niks zien: de handdoek zakt steeds naar beneden.
En bloedjeheet wordt het bovendien.
Bahbahbah.
Het leed was echter binnen 3 minuten na oplevering alweer geleden. Gelukkig.
En de geen wind werd wind en kwam met 10 knopen van achteren tot ons onuitsprekelijk geluk!
De gennaker trok ons niet lang daarna met 5 knopen naar Lesbos:)
Mytilini. Tja, Is Lesbos leuk? Weten we niet eigenlijk. Mytilini niet zo.
Te toeristisch. Nou is dat niet erg, maar je wordt zo op de huid gezeten door plaatselijke uitbaters.
Ik haalde wat dingetjes in een winkel en de mevrouw volgde me, letterlijk, op de voet.
Daar word je hoogst nerveus van.
Ook elders ervoeren we dat.
Ik liep een ijswinkel binnen waar ze alleen soft-ijs bleken te hebben. Ik hou helemaal niet van soft-ijs, maar het was heel
lastig om er weg te komen zonder onbeleefd te worden.
Dus Lesbos? Pakis lag drie weken bij FTeli. Daar zal het vast wel leuk zijn geweest. Wij vonden Plomarion ook aan leuke plaats.
Maar Mytilini dus niet zo.
Het eten beviel er ook niet. Kipsouvlaki volgesoept met een of andere zoute citroensaus uit een flesje. Koriatiki van ouwe tomaten.
Na die ene poging beperkten we ons tot de yachtclub bij de marina.
We troffen er wel Myrsini en Manoli. Myrsini drijft de minimarket bij de marina, Manoli heeft 5 banen.
Ze hebben geen geld om iets te huren of te kopen, dus huren ze voor weinig geld een iepelepiep huisje van de ouders (of de tante)
van Manoli. Een familiehuis hebben ze daar. Alle broers en zussen van Manoli waren uit Griekenland vertrokken. Naar Canada, Engeland,
weet ik waarheen. Zij zouden ook, als het allemaal te gek zou worden moeten vertrekken.
Myrsini hield niet echt wat over aan het winkeltje en de marina vroeg ook steeds meer geld.
Hadden ze eerst een behoorlijke omzet van de locals, die op hun brommertjes iedere dag wel even kwamen kijken, was dat zomaar over
toen de hangbejaarden door de marina geweerd werden.
Waarschijnlijk hadden de bootbezitters geklaagd. Hangbejaarden op brommertjes kunnen nogal luidruchtig zijn:)
Manoli had wel een plan, vertelde hij tijdens het eten in de Yacht club onze laatste avond daar.
In Mytilini stonk het nogal. Dat kwam omdat er geloosd werd in de haven. Er was een aansluiting van een rioolpijp van het ziekenhuis
defect. Lekker dan! Daar hadden ze van die grote vissen van natuurlijk, van al die isotopen!
Manoli had een heel systeem bedacht om het rioleringssysteem te bewaken. En te onderhouden.
Dat moest het worden, zijn way out.
Nachten was hij al aan het plannen maken en aan het uitwerken.
Wij vroegen: waren er veel inschrijver op de aanbesteding van de gemeente?
Nou, er was geen aanbesteding.
Hij zou zelf naar de gemeente gaan en zijn plannen voorleggen.
Aha.
Ach.
This is Greece..
Wij hadden zo tussen het poetsen en klussen door ook weer wat plannen gewijzigd.
We gaan denken we nu gebruik maken van het aanbod van Pakis om in zijn huisje in Avgonyma het wonen en leven in Griekenland uit te proberen.
Want hoe leuk het er in de zomer, zo aan boord van een bootje, ook mag zijn, leven is toch wat anders.
Ik heb geen idee hoe we dat allemaal gaan regelen of doen, voorlopig hebben we ons huis nog, moeten het nog “afklussen” (het achterhuis)
en dan zien we wel weer verder.
We gaan wel naar Griekse les!