Zomer 2013 – 3 juni

30 jan 2013 23:01 – 03 jun 2012 1:4:00

Januari, januai, maand van kou en zorg
Teetje springt te water, tussen oud en nieuw
onderkoeld dus later en een voetbal op zn borst. en ziek. Heel ziek.

Jaap zakt door het dak dus nog meer paardenzorg
Dirk versloft zn pillen en raakt op de ic in het mca

Een dag voor de maand om is krijgt Toy een tia.

Oef.

Zondag.
124 dagen geleden, zegt de IPad.
Fethye in plaats van Sijbekarspel. +25 in plaats van -8.
Nog niet helemaal bijgekomen van de afgelopen weken die -als gebruikelijk – culmineerden in werk, meer werk, nog meer werk, idioot veel werk, niet te overziene belachelijke hoeveelheden werk….
En dan hier, de anticlimax.
Na een nacht doorhalen, altijd goed voor de volgende nachtrust, arriveren we met de huurauto bij de Luna. Het waait als een gek, de parasols en stoelen vliegen je om de oren.
De auto, een bijna nieuwe Renault Megane diesel automaat, ontwijkt het allemaal prima en heeft ons probleemloos van Bodrum naar Fethye gebracht. Liam, Drefa en Erik zijn nog aan boord. Zij nemen de witte Megane weer mee terug.
Liam, 16 maanden nu, was de hele twee weken aan boord ziek. Zonne allergie, een raar abces op zn wang, koorts.. Zielig hoor, zo’n jongetje. Ook de ouders hebben er wel genoeg van. Erik en Drefa willen graag weer naar huis.
In de marina zijn ook flink wat mensen zielig. Van die rare wind, die zomaar opstak. Ongeveer zoals de onlusten nu in Istanbul, Izmir en Ankara.
Een mooie, nieuwe Sense berijdt met de achterkant de jetti. Is-no-good.. Een stalen jacht probeert een hele rij afgemeerde zeilschepen te pletten en zo te zien lukt dat aardig.
Een trimaran ligt er ongelukkig bij na tegen de jetti te hebben gerammeld. De drijvers desolaat in een vreemde hoek, als een dode sprinkhaan. ‘Ooohh.. Dat is flinke schade!’ Zeg ik tegen Erik en Ron als we er langs lopen. Blijken die drijvers demontabel. mobiele draagvleugels. haha.

We lunchen gezamenlijk bij Mod’s, de marina bistro aan de kade, helpen later de bende in de auto laden en zwaaien ze uit, op weg naar vliegveld Milas. Waar ze dagen zullen bivakkeren, maar dat weten ze nu nog niet.. Vanwege de onlusten vliegt Corendon niet naar Istanbul. Denken wij. Erik en Drefa wordt verteld dat het gaat om een technisch mankement, maar ook hier, bij Dalaman, horen en zien we geen vliegtuigen.
Donderdag pas zijn ze weer thuis. Wat een ellende.. Met de hele groep boze passagiers is besloten een klacht in te dienen. en geld terug te vragen. Met name eigenlijk omdat ze zo lang aan het lijntje worden gehouden en er slechts sporadisch informatie wordt gegeven.
Heel vervelend voor ze.

Maandag struikel ik de hele tijd over de planken van de Jetti. Mankeer ik wat of zo? til ik mn voeten niet hoog genoeg op? Ik lijk wel een halve zool! Aha! Het is een halve zool! Die middag nog lijmt Ron de onwillige zool weer vast aan mn slippertjes.
Diezelfde maandag voel ik me ook wat bekeken, als ik op jacht ben naar beddengoed.
Steken de beugeltjes van de bikinitop boven mn kleren uit! Aaaargh! SF 3.0
Het beddengoed is overigens flink zwaar, vind ik als ik er mee naar de Marina loop. Om de paar honderd meter zet ik de boel even op de grond. Op onze steiger aangekomen doe ik dat weer en dan wordt aan iedere kant een tas opgepakt door twee andere booteigenaren.
Zoef! Zeg maar waar het heen moet!
Galant hoor!

De eerste paar dagen zijn overigens een aaneenschakeling van onwennigheden.
Kwamen we op de Lara ‘thuis’, hier moeten we onze draai nog vinden.
De Luna is een flink stuk groter dan de Lara, maar dat merk je eigenlijk pas als je in de koelkast wilt kijken en daarvoor op de gereedschapskist moet gaan staan. Ron doet hetzelfde en zakt onelegant naar beneden. (Gniffel)
of als je uit het water probeert te klimmen en je de afstand tussen de zwemtrap en de railing niet met je arm kan overbruggen. of als je de Luna met een lijn probeert te verhalen. dat gaat niet. Dat zijn twee keer zoveel olifanten als de Lara. Dat moet op de lier.

Het bed is overigens fantastisch! Ruim, zacht.. helemaal wat we voor ogen hadden. Geen slapende armen, niet klem raken in de nacht, geen claustrofobie.

Dinsdag zijn we er helemaal klaar voor en gaan we voor het eerst op pad met de Luna.
Op naar de overkant van de baai, Tomb bay aan de Göcek zijde.
Tomb bay, vanwege de tombes in de rotswanden hoog boven ons en vanwege de noord-wester deining waar je in die baai geen last van hebt.
we liggen er lekker.
er is een restaurant, maar we eten aan boord. Gegrillde groente, heerlijk.
Als Ron later wil afwassen, houdt het water ermee op. pomp stuk! Hè bah, wat naar…
Het internet wordt ooks steeds minder en er is geen waterpompenwinkel, dus
we besluiten naar Göcek te gaan de volgende ochtend.
Die dinsdagavond gaan we gaan we waterloos te bed.
De volgende ochtend prutst Ron een schakeling van de pomp naar de mast binnen. Krimpkousje om een pooltje en we kunnen mooi de pomp laten werken.
Ron kijkt ook eens achter het schakelpaneel en ziet daar een verkruimelde 12-volt aansluiting. Dus daarom wordt ons internet zo slecht! De mifi krijgt te weinig spanning!
Hierna wijdt hij zich aan de afwas, helaas:) Nog helaser is het, dat hij de punt van een superscherp meegebracht molenmesje in zn vinger krijgt. Plak er op, maar het mag niet baten. Overal bloed! En nu overal biotex. Op de kuipkussens, de zitkussens, zn broek.
Pas na driedubbele dichtplak toestand houdt-ie het droog.
En die raakt-ie steeds kwijt, want we hebben allemaal niet zo fijn meer plakkende oude pleisters…

Ondertussen blijkt ook dat er wat paniek is bij een opdrachtgever.
Terwijl ik in een winkel een tas uitzoek om aan de kuiptafel te hangen word ik gebeld.
De server is overwerkt en niemand kan meer wat doen.
hm. Gelukkig liggen we in Göcek met volop stroom en internet.
En er is nog iets.
In de twee weken stress veroorzaakt door een op hol heslagen antivirus pakket, heb ik wat te fanatiek dingen begrensd en nu kan er niet aangemaand worden.
Terwijl Ron de volgende (woens) dag de nieuw gekochte pompschakelaar aansluit en tot de ontdekking komt dat ook de hydrofoor defect is, zit ik van 07:00 tot 15:00 achter mn ‘bureau’ om de boel in Nederland weer aan de praat te krijgen. Snuf!

In Göcek eten we bij het kebap hospital, wat nog een heel terras aan de andere kant blijkt te hebben. Wij eten steeds met de locals in plaats van tussen de touristen!
Het is overigens prima toeven daar.

Donderdag varen we af van Göcek naar Marti Koyu, oftewel de meeuwenbaai van de praatgrage Ahmed. Ahmed van de vieze kip in oktober.
de hele baai door laveren we van links naar rechts. Ron heeft het zichtbaar naar zn zin en maakt filmpjes met zn iphone van het water in het gangboord terwijl ik languit op de bank lig. Er bovenuitsteken wil ik niet: veel te koud! brrrr!
Niet al te laat meren we af aan de krakkemikkige steiger bij de resten oude stenen.
Er liggen andere schepen in de baai, maar niemand komt afmeren.
vanwege de crisis? ze weten van de vieze kip?
Later komt een bavaria 34 met twee vriendelijke Duitse stellen uit de buurt van Berlijn langszij liggen. We krijgen een biertje aangerijkt nadat Ron ze heeft geholpen met mooren.
dat hieft natuurlijk niet, want dat helpen is hier heel gewoon.
Maar het bier is prima en we proosten op de mooie baai!
Later, aan tafel, blijken het motorrijders, zo hebben ze elkaar leren kennen. Het zijn een Berlijnse politieagent met zijn vrouw, en een blonde dame, Brigit, die een BMW K1200 heeft en een reparatiewinkel (?) in Berlijn. Haar vriend spreekt geen Engels, maar zij praat honderduit over sterrenconstellaties en van alles en nog wat. Een Australische meneer met een gehuurd jacht wat verderop in de baai lig, maakt een foto van haar met zijn vrouw, als ze als Asimov’s rechercheur Baley naar de grote beer wijst. en Spica. die kennen ze niet down under.
Over boeken die ze gelezen heeft, zoals Terry Pratchets ‘disc worlds’, waaruit ze verhaald als we later rond het kook- annex kampvuur zitten van Ahmeds organic kitchen.

Van de ezeltjes van Ahmed mogen de hoefjes wel worden gekapt. Gekluisterd aan een voorbeen staan ze verveeld van vergeelde droge sprieten te eten.
Vrijdagochtend zien we Ahmed aan het werk op de grote zeemeeuw, een natuurstenen mozaiek van 20 meter. Hij is het aan het witten als ik naar m roep: we willen graag afrekenen!
hij doet wat geheimzinnig en zegt dan: ‘Als jullie nu overal recame maken, zeggen dat iedereen ook hier heen moet, dan hoeven jullie voor gisterenavond niks af te rekenen.’
nou, dat doen we natuurlijk. Iedereen dus: op naar Ahmed van Marti Koyu! Prima kip in de zomer!
We lopen wel Anbi mis, die komt deze vrijdagavond, maar we willen graag naar Kalkan en Kas.

kalkan wordt het niet, net na de baai van Fethye houdt de wind op. en om nu 30 mijl te motoren.. Nee, liever niet. Dus slaan we af naar gemiler, cold water bay, de baai met de bidsprinkhaan.
ik ga ankeren. ai? hoe doe je dat? ik zie geen afstandbedieninkje zoals op de Lara? ‘Het knopje, het knopje’ roept Ron vanaf de achterkant. Ja ja, het zal wel..
Ik draai en pluk en dan Aha! Een klepje! 17seconden doet de ankerlier over 10 meter ankerketting.
We nemen dus alvast wat meer afstand, want 17sec per 10 meter is niet zo snel en het is hier 23 meter diep. Niet veel later plompt Ron het water in met de lange lijn aan de rol om ons vast te leggen aan de uitgekozen rots onder een boom.
Na eerst vijf daytrippers met touristen komt er een groot zeiljacht aanleggen. Ron loopt naar voren als hij ziet dat ze hun anker over die van ons leggen.
hij gebaart wat, waarop de ankerende mevrouw met luide stem agressief uitbarst: ‘how many meters?’ van zoveel wildigheid raakt Ron zomaar wat overdonderd en hij loopt gewoon maar weg. We zien het morgenochtend wel.
Grml. Moppert-ie nog na. drie boten in de hele baai. En dan nog kans zien om over ons heen te ankeren.
Een half uur later komt nog een zeiljacht binnenlopen en die doet precies hetzelfde.
dat belooft wat voor morgen! Want wij varen natuurlijk lekker als eerste weg met een sleep boten achter ons aan:)

Als we uiteindelijk zitten en het wat afkoelt, doen we, oh luxe! de buiskap naar beneden.
Lekker warm en knus peuzelen we daarna heerlijk gezeten op de dikke kuipkusens wat nootjes.
Vanavond gaan we naar het restaurant bovenaan de rots, dat is ons prima bevallen tot nu toe.

Sommige dingen zijn gewoon hetzelfde.
De buitenboord motor doet het niet. De bimini moet gerepareerd. de bijboot is lek en de fenders zijn leeggelopen. de vloer kraakt: de vloerplaten zijn eigenlijk wat te dun uitgevoerd vinden we. Iemand had een can water onder een vloerluik gelegd, wat prompt omhoogkomt.
ergens een dag valt Ron zn zonnebrilletje te water als hij zn schoenen uittrekt om aan boord te gaan. Eén glas valt gelukkig eerst uit het brilletje en dan op de kade. Hebben we toch nog wat;)

Maar goed , zonder bootje komen we niet ver en de hulptroepen van het restaurant zien we zojuist naar boven verdwijnen..

Zaterdag 8 juni
Met opgerolde broekspijpen zijn we toch maar gaan roeien gisterenavond. Het pad naar boven leidde langs, alweer, een ezeltje. Deze had het beduidend beter voor elkaar. Lekker onder de bomen, water in de buurt en aan een halster in plaats van gekluisterd. Hij liet zich lekker kriebelen toen we even naast hem stilstonden.
Boven werden we aan een tafel met uitzicht geplaatst. En wat een uitzicht.
De kleine baai, omzoomd door hoge rotswanden begroeid met heerlijk ruikende dennen, lichtte in de laatste zonnestralen azuurblauw op.
Zucht. Wat prachtig..
Aan de belendende tafels de opvarenden van de andere drie schepen in de baai. Belgen, bleken het. Twee hautaine hoogblonde dames die onze blikken vermeden, van de ankerende enorme Hanse waarschijnlijk, maar verder bestaand uit een gezellig gemêleerd gezelschap wat in sappig Belgs aan het verhalen was.
Uit gekkigheid trok ik de grote, gele capuchon over mn hoofd toen het begon te spetteren en niet lang daarna vroeg een serveerster of we misschien boven wilden zitten?
Het begon wat harder te regenen, dus het leek wel wat.
Even later zaten we zielig, eenzaam en verlaten met zn tweetjes aan een tafel van 8 meter onder een afdak. De eigenaar die wat met gasten aan eten en het kouten was zat een paar meter verderop, kans ziend om tussen de bedrijven door de serveersters te dirigeren.
Eén van de serveersters had twee kinderen. Een peuter en een baby. De hele tijd rende ze heen en weer tussen de opdrachten en haar kindjes, soms met de baby op de heup.
Toen de baby niet meer stopte met blêren, werd ze uiteindelijk op schoot gezet bij papa, de restauranthouder. Dat hielp, maar wat een vreemde cultuur? We hadden die man nog nooit anders gezien dan zittend aan die tafel en zij maar rennen… Van zoveel belangrijkheid had -ie in Nederland vast al lang op zoek moeten gaan naar een andere vrouw.
Na het voorgerecht hielden we het voor gezien en gingen weer aan het tafeltje met uitzicht zitten. Zo. Beter. En inmiddels was het weer droog ook.
Na nog even koude, natte voeten te hebben gehaald in de dinghy lagen we al rond 22:00 te kooi en nu 07:30 weer op.
Er was wat deining vannacht waardoor je de giek best kon horen, maar evengoed hebben we prima geslapen.
we werken allebei tot een uur of negen voor we buiten in het zonnetje gaan zitten. Het is weer prachtig weer. we vergelijken buienradar met de gribfiles van .. En komen tot de conclusie dat die aardig overeenkomen. vanmiddag wordt het zuid-west en gaat het regenen, daarna blijft het zuid-west tot west met zondag hardere wind.
Ok. We gaan niet naar Kalkan maar weer terug naar Göcek, de hydrofoor ophalen en misschien Peter en Rob op de Lara gedag zeggen. Die zijn daar als het goed is vandaag.

‘WallaWalla’ roept een olijke meneer die met passagiers in een dinghy voorbij komt varen. Ron is net van boord, op zoek naar benzine voor het bb-motortje en natuurlijk het membraam voor de hydrofoor. We liggen op de ankerplaats naast Skopea marina in Göcek baai. Achter ons ligt een zonne-jetti met strandstoeltjes en zie ik daar nou Ron zitten? Nee toch? Het lijkt echt zo!
De ‘WallaWalla’ meneer heeft inmiddels de motor gestart en haalt anker op. Door het draaien steeds in de wind, ligt zijn anker (in ieder geval zijn ketting) onder ons bootje.
Niet gehinderd door dat feit komt hij steeds dichter bij, tot ik de boeg van zijn boot kan aanraken en ‘STOP’ roep. Is-ie nou gek geworden? Worden we hier nou met anker op overvaren? Ik roep ‘laat maar anker vallen, dan ga ik aan de kant’ en gelukkig doet zoon/schoonzoon die aan de ankerbediening staat dat. Ha. Hup, motor aan, aan de ketting achteruit, mooi aan de kant. Wat een grapjas!
Niet veel later komt Ron aanpeddelen. ‘Heb je mn appje niet gehad?’ zegt-ie terwijl hij aan boord klimt. ‘Nee? Telefoon ligt ergens binnen denk ik?’
‘Ha! Ik mocht niet aanleggen. Alleen voor gasten, dus heb ik een biertje op het terras gedronken. Wel duur, 7,50 lira..’
‘Valt wel mee toch, voor parkeergeld met bier?’
‘Ja’ is-ie het met me eens.
En we hebben lekker alles weer, dus we gaan anker op. Naar Tersane!