Zomer 2013 – 14 juni

Vrijdag 14 juni Pupa Yacht Hotel – Ciftlik

Wat is Pupa toch een geweldig mooi plekje. Als ik aan dek kom zie ik dat mijn schoenen weg zijn. Eentje ligt een eind verderop op de steiger. Als ik die opraap en wat zoekend om me heen sta te kijken roept de Fransman vanaf zijn boot dat hij de andere bij de Beach gezien heeft. Ik zie hem evenwel niet liggen. De Fransman gebaart dat ik meer naar het huis moet zoeken en ja hoor, daar ligt de verstekeling. Als ik dichterbij kom ontwaar ik de puppies. Een stuk of 6 kleine wollige Labrador achtige hondjes die blaffend hun prooi lijken te beschermen. Sommige vallen van alle inspanning ter plekke in slaap. Een enkeling houdt dapper stand en blaft al knikkebollend nog even door om vervolgens toch in te storten. Wat een dotjes.

Ik bedank de Fansman voor zijn scherpe blik en weer aan boord bekijken we de weersvoorspelling. Vandaag nog Zuid later in de avond draaiend naar West en het weekeinde redelijk straf uit het westen. Daar kunnen we wel wat mee. We besluiten wat later weg te gaan en naar Serge Limani te varen, of, als de wind het laat afweten, uit te wijken naar Ciftlick.

Francisca haalt de was op bij Yacht Marine terwijl ik naar Marmaris ga om een nieuwe windhapper te zoeken. We zijn er eentje kwijtgeraakt, waarschijnlijk tijdens het expirimenteren met de giekrem. We hebben het natuurlijk niet zien gebeuren. In een klein winkeltje vind ik twee happers die lijken op de onze. Ik neem ze af op voorwaarde dat ik ze terug mag brengen als ze niet passen. Ze passen net niet dus ik breng ze weer terug. Als ik flink doorstap kan ik de Dolmus heen en terug nemen in 20 minuten. Het is een geweldig goedwerkend systeem. Daar kunnen wij Nederlanders nog wat van leren.

Om drie uur nemen we afscheid van de aardige havenmeester en beloven terug te komen als we in de buurt zijn. Hij belooft op zijn beurt het restaurant op orde te brengen.

Buiten wemelt het van de Nelson charterjachten. Het lijkt wel een armada met al die oranje voorstagen. Vrijdag is wisseldag en moet elk schip weer terug gebracht worden. Zaterdag vertrekt de horde weer. Zo te zien zit de klad er nog niet in.

Het eerste stuk op de motor maar als we het eiland ronden is de wind mooi constant West.
Ons doel is Noord-west en komen net een graad of tien tekort om het lekker te kunnen bezeilen. We maken een lange rak naar buiten, gaan overstag en zetten koers naar Serge Limani. De wind neemt toe tot 25 knopen, 6 bf, en het roer moet steeds dwarser om koers te kunnen houden. We reven zowel het grootzeil als de genua en net als we daar mee klaar zijn is de wind op. Boem, weg wind! We zijn op dat momemt een mijl verwijderd van Ciftlik dus we gaan voor plan B. Traditiegetrouw staan alle drie de restauranthouders te zwaaien en te wuiven met hun rode vlaggen. Onze vriend van Rafet Baba staat er natuurlijk ook en we koersen er op af. Als we aanleggen een verbaasd “you changed boat?”. We drinken onder de laatste zonnestralen een biertje in de kuip. Op de wal, onder het schilderachtige berglandschap staat een camper met twee mensen die gelukzalig op een stoeltje over de baai uit zitten te kijken. Volgens ons is het een van de mooiste plekje om je camper te parkeren. Beter dan de afgelegen parkeertereinnen die in Nederland beschikbaar zijn.
Francisca wil een foto van het schilderachtige tafereel maken en aan Wim en Irma mailen. Helaas blijft het bij een voornemen.

We eten lekkere lamskoteletjes bij Rafet Baba. Helemaal stil lijkt het hier nooit te worden maar zonder de beruchte deining uit het Oosten is het goed te doen in Ciftlik.

Zaterdag 15 juni Ciftlik – Bozburun

We nemen afscheid van de restauranthouder en beloven op de terugweg
langs te komen. Het gaat weer stevig waaien vandaag en we mikken op Serge Limani. Eenmaal buiten is er een prima wind en via hele lange rakken waarbij we Rhodos bijna kunnen aanraken en vervolgens Simi kunnen we het kanaal tussen Simi en het Turkse vasteland prima ronden. Rhodos is indrukwekkend groot als je er zo vlak bij vaart. Er komt geen eind aan! Voor we er erg in hebben zijn we Serge Limani al gepasseerd. Dan maar naar Bozburun, een lief werkdorpje met een knusse haven waar je nog met het anker moet afmeren. Er is nog ruimte genoeg en we meren af naast een Oceanis 47 met 3 Duitse stellen boord. Ze komen uit de streek Bavaria en vragen welke vlag wij hebben. Huh, welke Duitser weet dat nu niet. Ze dachten dat de Nederlandse vlag Oranje was. Nog niet eens zo heel gek gedacht natuurlijk. We praten wat over voetbal en het moment dat Arjan Robben laatst twee minuten voor tijd de winnende goal maakte. Kippenvel momentje dat hij zijn gram haalde bij het publiek door ‘wass, wass wass?’ te roepen en de bijbehorende lichaamstaal, fuck you! te gebruiken. Zo doe je dat!

De ankerkettingen liggen zonder uitzondering overdreven naar rechts dus wij kunnen niet anders dan het onze er naast plonzen. We zien het morgen wel. De nep havenmeester die ons een plekje aanwijst en ons helpt met de lijnen krijgt van Francisca 5 Lira. We kennen hem al een paar jaar en hoewel hij heel aardig is wordt hij wat narrig als je hem niets geeft. Leuk om te zien dat iedereen hem in zijn waarde laat en het spelletje meespeelt. Even later komt de echte havenmeester en tikken we 55 Lira af. Als ik de walstroom wil aansluiten waarschuwt de man van aan andere buurboot me dat er iets niet klopt met de stroomvoorziening. Meten is weten dus ik haal de multimeter en meet inderdaad 60 volt tussen een fase en de aarde. Dan maar geen walstroom, we hebben stroom genoeg in de accu’s.

De Duitse buren hebben een verjaardag te vieren dus verontschuldigen zich al bij voorbaat voor de herrie. We eten bij het restaurant met het fantastische uitzicht waar we eerder met Albert gegeten hebben. Mijn lam is alwat op leeftijd en smaakt niet zo bijster. Francisca heeft Köfte gekozen en dat smaakt beter. Niet veel later liggen we in coma en vernemen niets van het partygeweld op de boot naast ons.

Het woordje coma doet me denken aan Rene, de zoon van Aren die alweer een week of 4 terug een brommerongeluk heeft gehad. Hij duwde op zijn brommer iemand voort op een fiets, verloor zijn evenwicht en botste tegen een tegemoetkomende auto aan. Hij raakt daarbij ernstig gewond aan zijn hoofd en raakt zelfs in coma. Hij wordt opgenomen in het VU in Amsterdam. Sindsdien is het spannend. We kennen Rene niet zo heel goed, we zien hem wel eens bij vrienden. Hij was een tijdje terug met Hans en Gina mee toen ze bij ons kwamen eten. Het enige wat ons bijstaat is dat hij niets lustte en Francisca on-the-fly verse appelmoes voor hem maakte van appeltjes uit eigen tuin. Een knurftje van 16 en dan opeens dit. Sandra, een tante van Rene houdt iedereen die dat prijs op stelt via e-mail op de hoogte van de ontwikkelingen. Zo’n jochie is gelukkig erg taai en weet zich geleidelijk terug te vechten vanuit een schijnbaar hopeloze situatie tot een hoopvolle.
Gisteren berichtte Sandra in haar dagelijkse mailtje dat ze niet meer elke dag zou mailen omdat er waarschijnlijk niet elke dag iets te melden zou zijn. Een nieuwe fase, revalidatie. We hopen met Aren en zijn gezin mee op een succesvolle revalidatie.

Zondag 16 juni Bozburun – Selimye

Om zeven uur koffie, even lekker niets doen en dan de ruimtes onder de vloer schoonmaken en de vloerdelen met zoet water afnemen. Gisteren was er wat zout water in de boot gekomen. Lastig uit te vogelen waar dat precies lekt maar het lijkt verband te hebben met flink schuin gaan en regelmatig plenzen water over het voordek. Misschien een raamrubber van een vast raam in de salon. Die hebben regelmatig water over zich gekregen.

Onze Bavarianen zijn nog steeds een beetje vrolijk en we keuvelen gezellig over van alles en nog wat. Er komt een Gullet naast ons afmeren en na enig heen en weer varen gooit de schipper zijn anker uit over onze ketting. Hij verontschuldigd zich en zegt dat hij niet anders kon omdat alle ankers een eind naar rechts liggen. Daar heeft hij gelijk in. Wij geven aan dat we over een uurtje willen vertrekken en hij belooft ons te helpen het anker onder zijn ketting vandaan te prutsen indien dat nodig is. De buurboot maakt ook aanstalten dus we wachten even tot ze weg zijn. Dat geeft ons wat meer ruimte om te manouvreren.

Ik sta net op de punt de juiste strategie uit te denken als een grote Catamaran aan de overzijde uitvaart en een klein anker van een andere boot opvist. Er staat een oudere man met lang grijs haar op de punt uit zijn dak te gaan. Als ik hem wat verbijsterd aanstaar krijg ik ook de volle laag. Ik haal mijn schouders op en loop weer naar achteren tot de storm over waait. Wat een mafkees.

We zwaaien onze buren uit en terwijl ik de ankerketting ophaal stuurt Francisca de boot naar de ketting van de Gullet en houdt de punt daar door steeds wat achteruit te slaan. Eigenlijk is het doodsimpel. Je moet de boot zo dicht mogelijk bij de boeg van de Gullet houden omdat daar de ketting nog niet op de bodem ligt. Voor de rest is het een kwestie van goed communiceren. Het lukt! We trekken ons anker onder zijn ketting door en kunnen wegvaren.

Als we Kizil Adasi ronden proberen we koers te zetten naar Datca maar dan halen we op geen stukken na. We besluiten naar Selimye te varen. Aan de wind met 7 knopen om Atabol Burna te ronden en dan pal voor de wind tussen Kargi Adasi en de andere eilanden en het vaste land door. Hier is totaal geen zeegang en het is heerlijk comfortabel zoeven met evenwel 7 knopen. In de baai van Semilye valt de wind weg en dat is een mooi moment de zeilen in te rollen en even te gaan zwemmen. We laten Luna dobberen. Ik had gezien dat er al flink wat aangroei op de waterlijn zat maar daar is niets van over. We hebben het er af gevaren. Het onderwaterschip ziet er weer perfect uit. De schroef is wel helemaal aangegroeid met pokken. Ik probeer het met een pannenspons maar dat is een kansloze missie. Dan met een plamuurmes en dat gaat beter. De Luna schroef zit wel diep, ik moet er echt heen zwemmen en kan maar één blad schoonkrabben voordat ik in ademnood raak. Inspannend klusje!

We maken alles klaar om af te meren en besluiten aan de gemeentesteiger een kans te wagen. We zien een gaatje tussen een catamaran en een wat verwaarloosde zeilboot maar een nog mooiet plekje iets verder. We koersen op het mooiste plekje af. Restauranthouder Osman (Osman with the golden tooth) staat met wat andere mensen al op de steiger om ons op te vangen bij het andere plekje. De wind is wat vlagerig dwars van SB en omdat er mooringlines zijn manouvreert Francisca en regel ik de mooringline. We komen ietwat verkeerd aanvaren omdat we eigenlijk op de andere spot afkoersen. De kont komt iets te ver naar links uit en als Francisca dit corrigeert gaat de boeg iets naar rechts. Dan opeens een flinke windvlaag die de boeg nog verder wegdrukt, naar de Catamaran toe. Tja, dan ben je uitgemotord. Ik hou de fenders tussen de boten en de Catamaran schipper doet hetzelfde. Zo rommelen we Luna het gaatje in. Vanaf de catamaran komt iemand eens kijken wat er allemaal aan de hand is. Dezelfde oude mopperkont van vanmorgen weer. Terwijl ik de fenders aan het goedhangen ben kijkt hij me strak en boos aan. Dat is al de tweede keer vandaag. Ik zeg iets van “windvlaagje, moet kunnen, niets aan de hand” en ga verder met de aanleg werkzaamheden. Francisca komt ook aan de beurt maar daar kan hij meer van hebben. Hij ontdooit zowaar een beetje als ze haar excuus aanbiedt voor de manouvre en hij keert terug naar zijn hangmat.

Naast hem een hoogblonde dame van een jaar of 30 die om de 5 minuten naar het achterschip gaat om een sigaret te roken. Naast de oude baas is er een jonge jongen aan boord die als schipper en bediende lijkt te fungeren. Wij vinden dat de blonde dame hem in het voorbijgaan net iets te veel streelt. Het is de manier waarop. We krijgen bijna medelijden met de oude mopperkont. De dame ontwaart een klein hondje op de boot aan de overzijde van de steiger, slaakt een kreet en rent er op af. Knuffel hier, knuffel daar, uitgebreid foto’s met de smartphone van haar met hondje links en hondje rechts. Ons is het duidelijk. De dame heeft een hondjeswens.

We vragen aan Osman hoe het met hem is en hij vertelt dat het een slecht seizoen is. Het gedonder in Turkije heeft volgens hem ook zijn weerslag op dit gebied. Soms zijn er opeens een groot aantal boten maar meestal heel weinig. Hij vertelt dat hij de huur van zijn restaurant niet meer kon betalen en nu een garden restaurant heeft geopend. Hij wijst ons waar het is en we beloven bij hem te komen eten.

Het garden restaurant is wel erg letterlijk. Zijn bureau met grote monitor staat gewoon buiten onder een oude parasol. Als het gaat regenen is hij de sigaar. De keuken is een soort opengewerkte container. Houtje touwtje allemaal. Het is er evenwel lekker druk en de Casarole smaakt heerlijk.

Naast ons aan een tafeltje een Engels stel waarvan de man ons aanspreekt. Ze wonen op een boot in Engeland en zijn nu met een Gullet op vakantie. James heeft de 60 voets kanaalkruiser zelf gebouwd en wil er graag over praten. Hoewel wij dat best een leuk onderwerp vinden blijken ze allebei zo dronken als een aardbei te zijn. De vrouw staat met Turkse mannen te flirten en we zien hoe Osman zich geneert. Als James voor de 6e keer vertelt dat je de startaccu moet scheiden van de huishoudaccu’s vinden we het mooi geweest. We nemen beleefd afscheid en gaan te kooi.

We worden flink wakker gehouden door muggen. De volgende morgen jagen we er een stuk of 4 de hut uit. Toch maar eens wat horren aanschaffen.