17 juni 2013 Van Selimiye naar Datca
We hebben muggen in de nacht. Ron wordt er wakker van, ze blijven om
zn hoofd heen zoemen. In de ochtend ontdek ik er vijf.. Het wordt tijd
voor een elektrische muggenmepper!
Als we buiten komen ligt achter ons een jacht uit Bodrum. Eerst denken
we dat het een familie is met twee kinderen mee, maar later blijkt dat
het monsterjacht wat ernaast ligt erbij hoort. Eerder arriveerde een
speedboat, de ‘captan’ van het monster jumpte overboord en klom aan
boord van het ‘bijbootje’ . Het jacht heeft nu even in de ochtend
gratis water en elektra getankt. Het jacht heeft ook een ingehuurde
captan. De dames steken letterlijk geen vinger uit als hij afvaart.
Zo’n gek gezicht…
Wij begrijpen elkaar nog niet als we af willen meren.
Al jaren doen we het andersom. Ik sta achter het stuur en Ron zorgt
voor de rest.
Maar nu sta ik bij de mooring en Ron staat achter het stuur en roept:
‘losgooien!’
Onder de mooring ontwaar ik de bijboot. Geen goeie plek om de lijn in
te gooien, dus ik haal eerst de bijboot in naar de andere kant.
Had ik dat even moeten communiceren? Ja, natuurlijk, maar dat deed ik niet.
Als ik achter sta wacht ik ook altijd tot Ron zegt: ‘Hij is los!’ en
onderneem dan pas actie.
Ron heeft nu echter de landvast al losgegooid terwijl we nog aan de
mooring vastzitten.
En roept dan ‘Los, los, LOS!’ als we wegdrijven.
Ok.. ok.. de mooring is snel los en zinkt gelukkig ook snel.
Naast ons is plenty ruimte vrijgekomen toen de dikke catamaran van de
meneer met zn jonge vriendin die gisteren in Bozburun nog zo
chagrijnig was (de meneer dus) uitvoer, dus geen stress.
Volgens Ron leunde de vriendin ook intiem op de borst van de captan,
dus ze zou best wel eens ingehuurd kunnen zijn!
Maar goed, wij moeten elkaar dus ook aankijken en blijven communiceren.
Dit leek nergens op.
Niet lang nadat we uit de baai zeilen worden we ingehaald door een Dehler 40.
‘Meter.’ zegt Ron. ‘Wat?’ vraag ik. ‘Meter!’
???
‘GEMETEN!!!’
Ah. En wat is dat?
Een wedstrijdjacht. Dan worden het schip en de zeilen gemeten en een
keurmerk in het zeil aangebracht.
Dat is leuk dat-ie gemeten is, maar we laten ons niet zomaar inhalen!
Ron gaat aan dek en trekt aan achterlijkstrekkers, zet de boem iets
strakker en zoef.
Met 10 knopen halve wind uit het westen lijkt het alsof de
straalaandrijving van de Luna geactiveerd is. We halen makkelijk de 7
knopen. Wat een schip!
We passeren de Dehler glansrijk, hoewel het overwinningsgevoel niet zo
zoet is. Het schip rommelt nu wat met klapperende zeilen.
Ron is aan het spelen met zn pas gedownloade hellingshoekmeter-app.
Terwijl we zeilen hou ik de ipad op de console boven het stuur. 25
graden nu, nee, wacht, 35 graden! Lang hou ik dat niet vol, bij een
helling van 35 graden. Ik moet me aan de ipad vasthouden om niet om te
rollen en dat kan niet de bedoeling zijn.
Achter ons zwelt het geluid van de scanderende demonstranten flink
aan. Hier, in Datca of all places! Het klinkt als een paar bussen
losgeslagen Engelse hooligans.
We liggen in de baai van Datca, de kade lag vol..
Het is 22:00 en de gulets die aan de kade liggen beginnen te
toeteren: Stilte! Tien uur! Koppen dicht!
Maar het helpt niet. Het blijft een kakafonie van stemmen die door de
harde wind overal heen wordt geblazen, af en toe overstemd door muziek
uit een kroeg.
Het gekke is dat je al die mensen kan horen maar er niet eentje ziet..
Zou het een uitzending zijn?
Ze beginnen nu te fluiten en boeh te roepen.
18 juni 2013 van Datca naar Palamut
Hadden we gisteren van die mooie wind, vandaag is het een lastpak. Van
30 knopen naar een tijdje niets en dan weer een tijdje twintig (vanaf
de andere kant) en dan weer zomaar zoefffff 30 knopen van achteren.
grrrr.
Zo blijf je hannessen.
We besluiten in een baai voor Palamut te gaan liggen, Ova bükü, een
baai die inderdaad eivormig is. We zwemmen wat, we lezen wat en denken
dan: kom, we kunnen beter vroeg naar Palamut gaan, anders is het vol.
Als we rond 14:00 arriveren dan liggen er al flink wat schepen. De
havenmeester wil ons op een plekje hebben waarvan ik denk: ‘Nou, nou..
nogal krap..’
Maar goed, we motoren braaf achteruit en het laatste stuk staat Ron in
de aanslag met een dikke fender. Want ja, als je je er tussen perst
dan kom je toch echt in aanraking met de buren. Dat begrijpen de buren
ook en ook zij staan twee man sterk fenders er tussen te proppen. ‘Ik
dacht dat ze dat alleen in Kas deden?’ Vraag ik aan de havenmeester
die wat ongelovig aan het kijken is. Was die boot net ook zo groot?
zie je m denken, maar ‘Haja!’ lacht-ie.
Het is een nieuwe havenmeester, die ons naast een prachtige nieuwe
blauwe Jeanneau 54 legt. Daarmee vergeleken is alles klein.
Je ziet overigens wel dat de schepen steeds groter worden. De
chartervloot begint met een 42. De Duitse mevrouw die naast ons lag in
Bozburun klaagde dat ze eigenlijk een 50 hadden gewild en dat ze
uiteindelijk deze kleine, 46 voeter toegewezen kregen.
De nieuwe Amels die hier rondvaren zijn allemaal 54 voet, we hebben er
niet één kleiner gezien.
Semra vertelt op de vraag waar de ‘oude’ havenmeester is, dat die op non actief is gesteld omdat hij niet van die goeie dingen deed.
Wij zien weer voor ons dat hij in beschonken toestand mensen uitfoeterde, geen nota uitschreef, geld aannam voor toch een plekje..
Van een gast bij Semra horen we dat het toch echte demonstraties
waren, bij Datca.
En de ‘Ghandi move’, in een openbare ruimte bevroren, bewegingloos, je
ogen gericht houden op een standbeeld van Atatürk, de grondlegger van
het moderne Turkije, oogst veel bijval. Dat is nog eens vredelievend
protesteren!
Erdowan voelt zich bedreigd.
We lezen in het nieuws dat minister Timmermans een protest uit gaat
brengen vanwege het gebruikte geweld bij het uiteenjagen van de
demonstranten. Maar het is hier wel een ander land. Het is geen
vredelievend Nederlandje waar je ‘boeh’ kunt roepen tegen een agent en
dan hard weg kunt rennen. Hier zijn de ordebewaarders uitgerust met
automatische wapens, dus je bedenkt je wel twee keer. Vanuit de Turkse
overheid bezien hebben ze de demonstraties waarschijnlijk met ‘zachte’
hand weggewerkt. Waterkanonnen met prikchemicaliën-water, rubberen
kogels, traangas.. Stelt allemaal niks voor. Er zijn doden gevallen,
ja. Maar was dat van het prikwater? De rubberen kogels? Nee, door de
schermutselingen. Als er met stenen gegooid gaat worden kun je wachten
op een niet vredelievende reactie.
Feit blijft uiteraard dat Erdowan meer het Soenitische deel van de
bevolking representeert dan het meer gematigde sjiitische.
En dat hij, misschien wel omdat hij zich afgewezen voelt door het
Westen, steeds meer naar het Oosten trekt. Dat het minder en minder
seculier wordt.
Dat het net zich sluit. Volgens onze Turkse gesprekspartner zijn alle
‘oude’ generaals in het leger inmiddels vervangen door sympathisanten.
De kans dat het leger orde op zaken zal stellen acht hij gering.
De arme bevolking uit het Oosten wordt opgeroepen naar de steden te
trekken. Die bevolking is niet alleen arm, maar ook diep gelovig en
nauwelijks geschoold.
19 juni 2013 Palamut
De buurzeiler die gisteren door Ron met het elektra werd geholpen (wij
hebben een adapter en zij niet) komt aanlopen met de waterslang en
twee koude biertjes, als dank. Het is een Kiwi (van Nieuw Zeeland). Ze
hebben ten Oosten van Bodrum in Gökova rondgezeild en willen vandaag
naar Datca. hm. De wind draait wat naar Zuid, dan is Datca niet zo
comfortable.. Maar de wind is niet hard, so who cares. Het is een leuk
stadje, Datca. Hier, Palamut, is het leuk maar het is niks. Datca is
echt een town waar geleefd en gewerkt wordt.
Zijn voorouders komen ook uit Nederland, vertelt hij op mijn antwoord
‘from Holland’.
Van daaruit zijn ze in Indonesië terecht gekomen en van daaruit weer
in Nieuw Zeeland. Bep heeft het daar ook wel eens over gehad, dat opa
de mogelijkheid had om naar Nieuw Zeeland te gaan. Het werd Nederland,
maar dat weten jullie:)
Ron maakt foto’s van de camper die op het havenhoofd staat, voor Wim & Irma.
Op de achtergrond de mooie blauwe zee, een jacht, voorop palmbomen en
bloeiende oleanders.
We besluiten een rustdag te nemen, vandaag. Gewoon, hier in Palamut.
Er is amper internet, dus van werken komt toch niets.
Als ik naar Semra’s garden loop met het voornemen te douchen ( zelfs
ik kan niet langer dan twee weken zonder douche, ondanks het zeewater
dieet.. Het is wel heeeerlijk krabloos, moet ik zeggen) word ik genood
een capuccino te komen nuttigen. Zalig! Aan boord drinken we nescafé
en dat is helemaal niet verkeerd, maar capuccino.. Ach, wat zal ik
zeggen;)
Aan tafel zit ook de Turkse meneer van gisterenavond. De meneer die
shipping agent was tot hij het aan zn hart kreeg, een bypass operatie
onderging en vervroegd met pensioen is gegaan. Hij is niet rijk,
vertelde hij gisteren al. Hij heeft een klein pensioen waarvan hij
naast de 200 lira huur die hij moet betalen ook zijn brood en zijn
kaas kan kopen.
Deze ochtend begrijp ik dat het een Turks gezegde is. Zoiets als
dagelijks brood.
Vroeger had hij piloot willen worden en nu zit-ie hier, 56 jaar, met
pensioen en in Palamut. Thats life, zijn we het eens. Semra vertelt
dat er in Izmir een taleninstituut is, waar je in twee weken Turks
leert. Wat bij ons de nonnen in Vught deden.
En dat het klimaat verandert. Vroeger had je vier seizoenen, zegt
Semra, en nu nog maar twee: zomer en herfst. Ik vertel over de dochter
van Albert die daar onderzoek naar doet.
( zie youtube, flintwave, siberië) Het ijs smelt en er komt van alles
vrij in de modder. En de golfstroom verandert, dus ook ons klimaat. ik
vertel over de bekende kikkers in de pan: Hollanders!
Andere kikkers zijn de IJslanders. Allemaal vulkanen.. De mensen op de
diverse breuklijnen en noem maar op.
De meneer wil wel eens kijken in Scandinavië. Hij heeft jaren in Wenen
gewoond en is daarna weer terug naar Istanbul verhuisd, waar hij
geboren is.
Maar Istanbul is te groot geworden. 15 miljoen inwoners, dagelijkse
verkeerstopstoppingen, humeurige mensen.. Net als in Holland, grap ik.
Hij woont nu net een week hier in een drie kamer appartement en vindt
het hier prachtig.
Als we het hebben over techniek etc, laat hij een huge litteken zien
op zn borst van de bypass operatie. Een ander litteken loopt langs
zijn enkel tot de knie: van de ader die daaruit gehaald is om voor zn
hart te gebruiken. De dokters zeiden dat die ader eigenlijk niet in
gebruik was, dus die kon rustig worden verplaatst.
Geweldig toch?
Op de vraag of we kinderen hebben laat ik ‘de’ film van het ukje, Tschai zien.
Als ik weer terug kom aan boord kom zit Ron voorop te prutsen met de
ankerlier. Ook om deze is vislijn gewikkeld, net als die van de Lara.
Er zijn wat bouten scheefgetrokken, dus breekbaar, dus stopt-ie er na
een tijdje maar mee. Dit anker met de hand inhalen is absoluut geen
optie!
Er komt een motorjacht met twee verdiepingen het haventje binnenvaren.
Nederlanders die prompt hun anker over de kettingen van twee buurboten
droppen en dan ondanks alle misbaar aanleggen. Nou ja..
De buurcaptan kan het niet langer aanzien, springt in zn bijbootje en
motort naar de overkant. We verstaan er niet veel van, maar de gebaren
en de geluiden zijn duidelijk genoeg. De havenmeester houdt het
nauwlettend in de gaten als de buurcaptan aan boord stapt en samen met
de kaaskoppen het jacht weer naar voren vaart, anker op haalt, anker
op de juiste plek dropt en opnieuw aanlegt.
Zo. Rust in de tent.
In onze tent is geen rust.
Terwijl ik zit te lezen en te typen, loopt Ron over de boot
heen-en-weer. Hier nog wat siliconen spray, daar een beetje was,
poets, fröbel, dreutel, mompel, mompel, ‘uitboren’.
De buren zitten al aan de efes. Wel erg vroeg. Ron boort een
afgebroken schroefje uit de mast.
‘Zeg,’ hoor ik m zeggen, ‘onze buurman van de efes zit nu naar
doedelzak muziek te luisteren’
‘Tja, dat krijg je er van’ ben ik het met hem eens.
‘My Bonnie is over the ocean’ .. Ai..