Samos, Zondag 8 juni
Van Phythagorion haven naar ormos Marathakampo
Jolande en Frank op de ferry naar Lesbos komen veilig en op tijd aan bij motel Nikos.
Bij het uitvaren is de plotter vergeten waar we zijn.
?
Ach.. er zit wat los. Hele console uit elkaar en mooi gekit en nu moet het nog een keer.
Snif.
Ergens onderweg naar het Westen vis ik de tondeuse op om Ron een beetje te fatsoeneren. Helaas is het apparaat niet voldoende opgeladen en zie ik alleen kans om een paar happen uit de dos van Ron te nemen.
Tja. Dat moet thuis maar even beter.
Gelukkig neemt-ie het niet zwaar op.
Kijk! Zegt-ie, Dolfijnen!
Ik raak er in een melancholieke stemming van als het een hele school blijkt. Zwarte ruggetjes, witte buikjes en veel jonkies. Ze zwemmen langs de boot, onder de boot door.
Gestuurd door Bep? Om ons op te vrolijken?
Het zijn delphinus delphis (de tuimelaar) dolfijnen, zegt wikipedia nu.
Er is een hele lijst te vinden, maar dit moeten ze zijn.
Andere met zwarte ruggen en witte buikjes wonen niet in de middellandse zee.
Nadat we de zuidbuik van Samos gerond hebben doet de wind maar wat. Een woeste bries steekt op als we tussen een eilandje en Samos door zeilen. Ron is aan het kruisen, aan het kruisen, maar Marathakampo halen we zo nooit. Niks geen Noord-West hier.
Het laatste stukje motoren we dan ook.
Ormos Marathakampo is een bouwplaats. Iets wat lijkt op een marina is deels afgebouwd, de aanlegsteiger voor waarschijnlijk een ferry is nog in aanbouw.
Na een vruchteloze poging om achteruit te ankeren vanwege de gusts, leggen we Luna langszij bij de ferry steiger in wording, geholpen door vriendelijke achterburen uit Duitsland.
Hierna lopen we over het nog blinkend witte beton naar de overkant, naar daar waar de marina is. Het is diep genoeg, zeggen daargelegen zeilers.
Ok, dat weten we voor een volgende keer.
Er is een festival in Marathakampou, het eigenlijke tegen de heuvel geplakte dorp, zeggen de dames aan boord van een ? (niet onthouden;) Pinksterprocessies en zo.
Het klinkt erg leuk, maar we besluiten toch maar hier te blijven en ons niet te wagen aan een wandelklim van 5 kilometer. Dat wordt vast laat dan.
En we zijn moe.
De laatste dagen zit ik iedere nacht wel een paar uur op het bankje.
In de taverna aan de haven treffen we de eerste niet vrolijke grieken. Op Pierra na dan, maar die telt niet, want dat is geen griek maar een fransman.
Halverwege de avond trekken ze wel weer wat bij, gelukkig;)
Samos, Maandag 9 juni
Van ormos Marathakampo naar Pythagorion marina
Jolande en Frank komen veilig thuis aan.
Terug naar Pythagorion is een kalm ritje. Er is geen wind, dus we motoren rustig weer naar het Oosten.
Onderweg oefen ik Griekse woordjes uit het ‘hoe zeg ik het in het Grieks’ boekje, wat aan boord ligt. Dat valt tegen, woordjes leren. Er staat ook verder geen informatie bij over vervoegingen, alleen dat aanbieden prosferos is en aanbod prosfera.
Leuk, leuk, leuk…
De Marina is nieuw en alles is keurig voor elkaar.
De marina is wel duur.. het lijkt ze wel wat als we Samos als thuishaven gaan houden. 50% korting! Maar 50% waarvan? Nou, van veel geld.
Ron vindt het dus niet interessant.
We hebben wel uitgebreid de tijd om de boot te kuisen. Ron alweer. Ik zit achter de laptop, te zweten, want alle raampjes zijn dicht om wateroverlast te voorkomen.
In Pythagorion dorp ondertussen is het jacht weg wat de ketting gekruist had met de grote ‘New Wave’, een soort gulet
Bij Dionyssos, waar we eerder met Jolande en Frank hebben gegeten, zitten we wat te kwebbelen als het eten komt.
Een schnitzel! Ik heb een schnitzel besteld! Roept Ron uit die iets heel anders verwacht had.
We gieren het uit.
Maar het valt mee gelukkig. Prima te doen, die schnitzel.
Samos, Dinsdag 10 juni
Een reisdag.
We worden opgepikt door de taxichauffeur die ook al drie keer Jolande en Frank gereden heeft. Dat schept een band.
De crisis in Griekenland? Door WOII. Alle door Hitler geteisterde landen hebben geld gekregen van Duitsland, alleen Griekenland niet.
Eind van de middag komen we aan in Sijbekarspel