Zomer 2014 – 14 juni

Ikaria, Kirikos, Zaterdag 14 juni 2014

De Nederlands sprekende Griekse meneer die wel eens de havenmeester zou kunnen zijn, wijst ons op warmwaterbronnen in de buurt. Hij wijst achter zich, de berg op.
De warmwaterbronnen zijn natuurlijk bij Thermo en wij lopen kilometers de andere kant op.
De chandler zal daar ook wel zitten.

Die middag heeft onze Zweedse buurman de zonnebril van Ron opgedoken!
Ron speurde een tijdje vruchteloos de inmiddels niet meer zonverlichte bodem af en buurman Jan bood aan het ook te proberen.
Hij had m meteen!
Inmiddels verdenk ik Ron wel van een brilletje te weinig..
Jan gaat in op het aanbod een biertje te drinken die avond.
De buren aan de andere kant ondertussen boden Ron bij het uit het water klimmen hun zwemtrap aan. Die van ons zat onder hun lijn. Niet te moven.
En een douche kon er ook nog wel vanaf. “Full service!” grapt de Franse buurvrouw, als Ron bij hun op de spiegel staat.
Later, voor we afvaren, verhaalt ze over Hydra, waar wij heen willen.
Ach! Hydra! Jeugdsentiment. Slapen op het strand, geen verkeer op het eiland, romantiek.. Ze was twintig toen. Ach!

Griekenland verliest van Colombia met 0-2.
Jan en zijn vrouw zijn inmiddels bij ons aan tafel aangeschoven. Jan zou ook wel aan boord kunnen werken, maar zij niet. Vertelt zijn vrouw die haar naam niet noemt.
Ze wonen in de buurt van Stockholm, 30 km. er vanaf.
Zij lijkt me een beetje neurotisch. Knappe dame, slank, mooi gebruind, wallen onder de ogen, moet hardlopen voor ze mee gaan eten. S-morgens? Dan is het toch koeler, zeg ik.. Nee, ‘-morgens is ze nog te moe. Voor op de witte bavaria 44 van 2003 is van de mast naar de fok een hangmat geknoopt. Muizenhapjes neemt ze aan tafel. Met zn tweeen eten ze minder dan ik..
Soms tref je nog mensen die op de oude manier zeilen. Jeff en Carol bijvoorbeeld.
Geen idee van het weer, de wind en laat staan de richting. Bah, de verschrikkelijk harde wind bij de eilanden, zegt de Zweedse.
Eigenlijk kun je er dan beter niet te dichtbij komen, denk ik… Hoe hoger en steiler de hellingen, hoe sterker de gusts.
Het schip hebben ze overgehouden aan vijf jaar charteren.
Zouden ze het nog een keer doen?
Nee, dat niet. Ze hebben nu de boot toch?
En hier wonen? In het zonnige Griekenland? Nee zeg.. het is prachtig in Zweden! onnoemelijk veel eilandjes, veel meer vrijheid, overal mag je aanleggen en barbequen op de permafrost.
En s-winters schaatsen! Nee, dat zouden ze niet willen missen!
Wij hebben maar drie dagen per jaar vorst, sputter ik wat.
Waar komen al die topschaatsers dan vandaan?
We hebben op iedere straathoek een kunstijsbaan, leg ik uit.
En het is bij jullie donkerder, denk ik. De hele winter en langer. en koud.
Zou je daar van die wallen van krijgen?
Of is dat van de wind, de onbetrouwbare wind waarvan ze nooit weten hoe hard en van welke kan die waait?
Het schip heeft op Leros gelegen, maar gaat de komende winter naar Olympic marina bij Athene. Ze moeten altijd binnenlandse vluchten nemen om bij de boot te komen.
En daar is ook minder wind, laat ze zich ontvallen.
Hm?

De besteklade van de Luna is een puinhoop.
Wie heeft er hier nou een neurose? Denk ik als ik de lepels en vorken netjes rangschik.
Maar hier aan boord heeft het nut! Verontschuldig ik mezelf.
Je wilt geen rondvliegende vorken als je de la opentrekt. Geen molenmesje in je vingers als je op de tast een lepel wilt pakken. Je moet blindelings je goereedschap kunnen pakken!
Toch?

Dus geen 5-1, zegt een droevige meneer uit Athene aan een tafeltje achter ons terwijl hij Ron de hand schudt na de wedstrijd.
Hij heeft bij Tetrapak gewerkt en is daarvoor overal in de wereld geweest. Nu werkt hij voor een bedrijf uit Athene, die op de eilanden de elektriciteitscentrales onderhoudt.
Ah! Die zijn we tegengekomen de verkeerde kant op ja, een centrale.
Wat het probleem van de Grieken is? Dat ze allemaal maar wachten totdat ‘iemand’ iets doet.
Wat op hetzelfde neerkomt als mopperen op stakende schoonmakers en op hetzelfde moment je bekertje ergens neergooien in de trein.
eiland Kos trekt veel meer mensen, zegt hij. Hier wachten ze maar en wachten ze maar.

Ikaria, Kirikos Zondag 15 juni 2014
Het eerste boodschappenlijstje in het Grieks ziet er wat onhandig uit. Gewoon in het Nedrlands kan ik meestal al na een half jaar niet meer lezen wat ik geschreven heb, laat staan dit.. Ik heb wel een site gevonden met vervoegingen!
Dan kan ik nog eens wat anders bakken dan dat stomme “hoe zeg ik het in het Grieks”.

Er komen echt te weinig touristen, denk ik, als de bakker vertelt dat hij gek op de zee is maar dat de motor van zn boot stuk is en hij aan het sparen is voor een nieuwe. Minimaal 3000 euro, een motor!
Mag hij niet meezeilen naar Hydra? Als ik vertel waarheen we op weg zijn..

Ron laat buurman Jan op de ipad alle windguru/finder/ etc. apps zien dien wij gebruiken.
Vijf hebben wij er, denk ik.
Poseidon is altijd wat pessimistisch. harde wind! Van hier naar daar!
En als Ron er dan helemaal klaar voor is, is het nog geen vier..
Daarom hebben we ook de andere apps.
Ik hoop voor ze dat ze er wat aan hebben.

Van Kirikos motorzeilen we naar de diepe baai Panormos aan de noordzijde van Myconos Er is niet veel wind.

Er komt een groot motorjacht binnenvaren. Een grote witte, niet veel later gevolgd door een kleinere blauwe.
Die kennen we! De papa en mama boot! Turkse mensen die we al eerder o.a. in selimye tegen zijn gekomen. Ze gaan gezellig dicht tegen elkaar voor een rots tegenover ons liggen.
Wij liggen tegen het strand aan.

Het deint wat, we schuddelen soms wat, maar verder hebben we een prima nacht.

Panormos, Myconos, maandag 16 juni 2014
Om een uur of elf dobberen we rustig naar Syros, Finika, waar we voor 10 euro met water en elektra de nacht kunnen doorbrengen.
De havenmeester bonjourt ons wel achteruit het oude haventje, want dat ligt vol.We draaien mooi in een keer door naast een blauwe first 40.
De zeekant deint gelukkig niet.

Blij neemt de buurman een half blikje polytrol aan, als de Griekse man zegt dat hij zijn boot dit jaar eil laten verven. Goed voor de halve boot. zegt Ron.
Haha, grap ik, moet je wel als je indruk wil maken in een haven met de glimmende kan aan komen varen!
(later zegt Ron dat het voor de hele boot genoeg is. Beetje doof ben ik)

De buurman ligt op Chios! Wat wij niet gehaald hebben met Frank en Jolande.
1000 euro per jaar!
Hij mailt foto’s, maar die laten we nog even ongeopend. Zien we thuis wel.

Die avond lopen we eerst naar de snackbar op het havenhoofd.
Dat had ik niet gezien, dat het een snackbar was.
Pizzeria, had ik gelezen.
Dat was het ook wel, maar het was ook een snackbar.
En het woord voor snackbar ken ik nog niet. Nooit de behoefte gehad om op te zoeken;) We kunnen naar het restaurantje hier om de hoek, zegt Ron terwijl hij van het tafeltje opstaat. Goed eten, volgens de havenmeester.
Ik mag er in mijn beste Grieks bestellen en we krijgen ook nog wat ik gevraagd heb.
Maar veel beter dan de snackbar is het niet waarschijnlijk, droeft Ron.

Het is een beetje een droevige avond, zo op de verjaardag van Jan. Onze Jan dan, in Nederland. Ron heeft achtereenvolgens Gina en Hans aan de lijn, over Lucy.
Godsamme. Wat een kloteboel.
Hoe komt het toch dat het in Nederland zoveel vrouwen treft? De pil? Melk met teveel hormonen? Te weinig zon?
Onlangs stond in een blad iets over een test. Zonlicht verminderde gemene cellen bij aangedane ratten binnen een dag met de helft.
Volgens Ron moet Lucy dus zo snel mogelijk hierheen komen. Of naar Frankrijk. De zon in.

Godsamme.

dinsdag 17 juni 2014, Kynthos, Korona
We kiezen de westkant van de strandbaai, volgens Heikel heeft die de minste deining. Bovenaan de baai is een restaurantje geplakt en als we geankerd en met een lijn om een rots liggen, prepareren we de dinghy voor een tochtje.
Opblazen gaat nog wel, doch als de naald breekt die Ron door de volledig verkauwgomde sproeier probeert te steken, gaan we toch maar roeien.
Bovenaan treffen we mensen uit Brazilie, Rio! Op pad met een Beneteau 50 en een te koop staande Hallberg Rassy 48, want de 55 voeter is besteld. Dat is lekkerder varen rond Noorwegen. Twee kachels!
En een potgeitje, die aan mn wijsvinger komt spenen.
Ron kan er net geen foto van maken.
Dat doet me meteen denken aan de schaapjes thuis. Volgens Lautje waren ze nog niet geschoren?

woensdag 18 juni 2014, onderweg naar Hydra of Ermioni We gaan vroeg, want het gaat waaien!
Maar app Poseidon is een nerveus typje.
Als het elf knopen wordt, gaat de genua weer uit! Zegt Ron terwijl we al motorend Hydra in zicht hebben.
Het zou zes worden, met halve wind en vliegende vaart de 54 mijl van Kynthos naar Ermione.
We hebben een discussie, dat wel.
Oh! Moet je dat zien! Die blauwe hufter! Roep ik uit als een groot, blauw jacht vlak voor een zeilboot – die nb voor hem van rechts komt – voortdendert.
Nee joh, zegt Ron, hij ging achterlangs! Je mankeert wat aan je dieptezicht!
Volgens mij doet diepte er hier niet toe.. je ziet de witte zeilboot wel als – zich tussen ons en de blauwe boot bevind of je ziet de witte zeilboot niet als-ie aan de andere kant zit. Toch?

De vin die traag door het water snijdt, dat is vast geen tuimelaar.
Een tragelaar! Bedenkt Ron ter plekke.
Het is denk ik wel een dolfijn..

Ergens bij kolpos Hydra horen we gebrom. En nog eens gebrom.
Dat kleine bootje daar? Maakt dat die herrie?
Jawel! Het is de Sea bird! denk aan een dikke hommel die met een noodvaart van akta hydras naar porto hydra heen en weert.
Rechts van ons zien we groene weiden met cipressen, terrasakkers tegen het oprijzende gebergte geplakt.
Wanneer is het een berg en wanneer is het een heuvel? Het is een bergrug, leer ik zojuist op wiki.