2014 – deel 7 Griekenland
30 juni 2014, Santorini/Thira/Atlantis – zuidhaven Aan de noord-west kan van de binnenkant van de krater, want dat is Santorini, een verzameling eilanden overgebleven na een explosie die 2000 jaar geleden de minoïsche beschaving wegblies, kan je vanwege de inkomende deining niet lekker liggen.
Afwisselend zeilen en motoren we dus door naar de zuidkant, ondertussen de steile wanden van de krater bewonderend.
Die volgelopen krater is tweehonderd meter diep!
We zien een groepje catamarans als pulletjes achter mama coca-cola boot aan drijven, een koddig gezicht.
Het zag er zo mooi uit in de pilot, een prachtig, idyllisch, ovaal haventje.
Maar het is niks! Het is belachelijk duur (€30 voor een nacht), we mogen de haven niet in maar worden aan de buitenkant aan een andere boot vastgeknoopt, ongeveer zoals Volendam in de zomer. Het eten is zo ontzettend niet lekker, dat ik bijna alles behalve de salade laat staan. Daar kan je dan ook niks aan verknoeien. Tomaten met komkommer. En kauwgom feta.
Ook Ron is niet zo blij na zn konijn..
Aan wal staan wat lelijke, moderne gebouwen en misschien zouden we naar een stadje moeten gaan. We zijn alleen de wedstrijd van gisteren nog niet helemaal te boven.
Zelfs Ron, doorgaans een vat vol energie die lijnen trekkend en zeilen hijsend als een klein jongetje aan het spelen is, is onderweg opvallend stil.
Om 21:30 liggen we dan ook al te ronken.
1 juli 2014, Anafi, zuidbaai
Als ik om 08:00 bijna klaar ben met werken, meldt Ron dat-ie liefst zo snel mogelijk afvaart.
Astypalea ligt immers zeker 50mijl naar het Oosten en er is nu weinig wind.
Nou ja, ik hoef niet veel te tikken en met weinig wind gaat het misschien nog wel.. dus niet lang daarna motoren we de haven uit en werk ik tot de accu bijna leeg is.
Tken nêt..
Helaas blijft het weinig wind en ergens halverwege veranderen we van besluit.
Het wordt Anafi.
Een onontdekte parel misschien, denkt Otto. Hij is er niet eerder geweest.
Ook hier echter weer wat moderne gebouwen aan de wal met wel een pittoresk stadje op de berg.
Ik denk dat we toch maar aan boord gaan eten;) De haven annex baai ligt open op west, zuid en oost. Dus hoewel er maar een beetje deining is, gaan we met het bootje regelmatig van oor tot oor. Het is werkelijk haast onmogelijk om te typen.
De wind die er is wordt veroorzaakt door de vorm van de bergen. Windkracht 1 worden vlagen waarvan de bordjes en de brilletjes van de tafel waaien.
Geen pareltje, helaas.
Er gaat wel een steile trap van de haven omhoog naar het stadje. En net als eerder op Santorini hangen er lijnen van boven naar beneden. Voor abseilen? Of zouden het telefoonkabels zijn?
We zitten net aan de chili zonder carne als de Aqua Spirit van Nel Lines aan komt varen. Oef! Geen lief klein ferrietje voor dit eilandje van niks!
Voor de zekerheid zetten we alles vast, maar dat is niet genoeg.
Na de eerste aankomst toeter, toet-toeterdetoooooet-ie een zenuwachtig riedeltje.
oh nee toch.. Hij wil hier aanleggen en wij liggen in de weg bij ankeren.
Dus hup, de motor aan en wegwezen. 100 meter naar voren, dat schept ruimte. Veel verder kunnen we niet, want het wordt hier snel te ondiep.
Maar het is genoeg.
Bij het draaien om zn as niet zo ver bij ons vandaan, gooit de Aqua Spirit twee ankers uit en vaart achteruit naar de kade, waar zich al een menigte had verzameld.
Als iedereen is ingeladen trekt-ie de ankerkettingen aan en blijft liggen.
Wat nu?
Ligt zo’n ding eigenlijk wel eens stil? Je gaat toch geen mensen inladen en dan hier overnachten? Tenzij die stuk is, oppert Ron.
Ja, de Aqua Spirit is misschien wel dezelfde die Jolande en Frank op Samos aan de kade liet staan!
De Aqua Spirit overnacht drie keer per week op anafi, lezen we op nel.gr
02 juli 2014 Astipalea
Om 07:00 horen we de kettingen rammelen en staan voor de zekerheid klaar om weg te varen. Ze zijn nog aardig aan het prutsen met ophalen met bf 6 van de berg af, maar niet veel later kunnen we rustig aan de koffie.
Dus niet.
Niet veel later varen we af richting Astipalea.
BOE-LI!
Roept de uitbater naar de pony die aan de overkant op een landje staat.
Nee, hij weet niet wat voor een soort het is, antwoord hij op Ron zn vraag of het een Welsh is. Nee, hij weet ook niet van wie hij is, “no, it is not my horse, but we have conversation every morning!”
BOE-LI!
En Bouli hinnikt terug.
Hij houdt van chocola! en ijsjes! IJsjes zijn ook prima.
Het is dan ook een weldoorvoed hengstje, zie ik later, van ondefinieerbaar ras.
Op Astipalea wonen 200 mensen, zijn 30 tavernas en 4000 touristen van half juli tm half augustus. Allemaal Atheners.
Vele hebben een huisje hier. We zijn net op tijd in het seizoen, Almira is net een dag open. De meeste huisjes liggen er nog desolaat bij.
Aan de kade liggen vissersbootjes en de kade zelf ligt vol met netten. Gevlucht voor de wind, de vissers, die hier inderdaad wel meevalt.
Wij kwamen mooi met het gas erop achteruit naar de kop van de kade varen, toen de uitbater van taverna Almira als een trekpoppetje aan het gebaren sloeg. We begrepen er niks van, maar waren nog veel te ver weg om het te kunnen verstaan.
Kon je hier niet ankeren? Lag er wat op de bodem? Moesten we nu naar links? Of naar rechts?
Van de weersomstuit laat ik het gas los en ja hoor, daar zwaaien we al de verkeerde kant uit.
Voor niks, blijkt als we dichterbij komen. De kopse kant van de kade is prima!
Nou ja, met een beetje heen-en-weer halen komen we ook op de gewenste plek.
Hoewel net een dag open is het eten prima.
Xoriatiki, Mosxari, lekkere wijn..
We leren weer wat netter Grieks. Niet beginnen met parakallo, maar eerst de vraag en dan parakallo. Het blijven stomme boekjes, die uit de serie “hoe zeg ik het in het…?”
Een papa met lang gewaad en lange baard staat op de kade wat voor zich uit te prevelen. Later treffen we hem aan een tafeltje bij Almira, in gesprek met een visser.
Een gedrongen man met een verroest jachtgeweer in de hand en een camouflagebroek aan komt met een plastic tas vol vis en calemari aanzetten.
Heeft-ie die geschoten? vraag ik
Haha! Nou, dat zou zomaar kunnen.
Als we die avond weggaan, krijgen we mee dat het morgen bf 8 wordt, noordwest.
Onderweg naar het appeltje voor Bouli, chocola en ijsjes vind ik not done voor paarden, meld ik dat ook meteen even aan de buurboot die wel langszij ligt.
Mannen uit München, 6 vrienden die al 30 jaar samen uit zeilen gaan. De schipper van 71 3 x 2 weken per jaar, want ja, hij heeft vrouw en kleinkinderen, dus langer is geen optie.
Met bf 8 zeilen ze met een puntje genua, 20%. Dat moet lukken.
En vroeg weg.
donderdag 03 juli 2014, Nissiros, Palon
Om 07:30 motoren we achter de buurboot aan de baai uit. Voor die tijd heb ik nog wat gewerkt, maar Ron krijgt haast. Hij wil naar Nissiros, hij wil me de vulkaan laten zien.
De buren gaan er trouwens ook heen.
Het waait niet eens zo heel hard onderweg, maar op sommige momenten is de zeegang te heftig voor de stuurautomaat en denderen we zomaar een kant uit van een golf af.
Ron zal vannacht wel lekker slapen:)
We achtervolgen de buren. Niet helemaal eerlijk, een 50 tegen een 42 voeter.. maar we redden het. Inhalen gaat echter niet lukken, hoe zeer Ron zn best ook doet.
Het is er wel druk. De ene na de andere tanker of vrachtboot komt ons in zn rechte lijn van Noord naar Zuid of andersom tegen.
Nog 30 mijl! Roept Ron.
?
Het was toch 26? Nee hoor! 40! van punt tot punt dan.
Aha.
Onder Kos wordt de deining minder en dobberen we rustig op de genua naar Palon.
George herkent Ron als de man die vorig jaar met zn vrienden hier was.
We mogen (weer) zijn auto lenen, want Ron wil me graag de vulkaan laten zien.
Het is een stinkding, die vulkaan. Bah.
En dat al die mensen op de gladde korst willen lopen terwijl op veel plekken de dampen er nog uit komen?? Eén pfffffffft uit een ander gat en je hebt je been verbrand!
Het is wel imposant. Wat een geweld heeft dit gevormd.
De binnenranden tot bovenaan de berg zijn tot bovenaan toe voorzien van terassen en rotsmuurtjes. Eeuwen en eeuwen in cultuur gebracht. Alleen dichtbij de krater is het kaal en geel.
Vrijdag 4 juli 2014
Om 07:00 komen we in Palon de kuip in met koffie en sinaasappels (Nog steeds, Kelly;).
De buren hebben al tuigjes aan (geen lifevests, zoals wij die hebben, die zichzelf oppompen als je te water raakt, maar alleen maar een soort honderiempjes.. wat heb je daar nou weer aan?), want ze moeten op weg. De boot is gehuurd en moet vrijdagavond terug zijn in Rhodos. Bij het wegvaren zien ze kans om een knoop in een landvast te vergeten en de lijn zwiept zich met anker op stevig om de lijnen van onze fenders en hangt uiteindelijk aan de railing. Iz-no-good!
De ankerman heeft niks in de gaten en trekt met anker op de lijn steeds strakker.
Aiai! Het ontknopen valt niet mee, maar het is beter dan afhouden, wat Ron doet.
Maar het lukt.
Wel, ze hebben ze in ieder geval wind mee, als ze eindelijk vrij zijn. Veel wind mee.
En zee mee ook, de golven slaan hier over de zeewering in de kuipen van de tegen de wind in afgemeerde boten. Makkelijk aanleggen, maar die golven steeds achter in je boot zou ik toch niks aardig vinden.
Wij liggen aan de goeie kant, keurig gemikt op het gele autootje van George, die we gisteren mochten lenen om naar de vulkaan te gaan.
Anderen hadden minder geluk met aanleggen.
Een Duitse familie komt in de ankerketting van de buurboot talents d’achilles, waarvan we vermoeden dat het een soort leerboot is. Er zijn vier jongetjes aan boord, die met verbazingwekkende snelheid en lenigheid naar buiten schieten als ze het geweld op de ketting gewaarworden. Eentje rent naar achteren en trekt de stekker uit de elektra-unit, een ander staat al voorop en geeft ankerketting, terwijl een derde achter het stuur staat en gas naar voren geeft.
Zonder aanwijzingen komen de Duitsers echter nog niet los..
Als ze met de kont uit de ketting zijn geraakt, hebben ze met hun anker de ketting stevig vast. Ze kunnen er kennelijk geen afstand van doen.
Een lijn! Roept de leermeester van de jongens tegen de Duitsers in zn beste Engels. Mama knoopt de lijn aan de ketting, maar dat is niet helemaal de bedoeling..
Het werkt wel.
Nadat ze eindelijk afgemeerd zijn en van de schrik bekomen, heeft een vierde ‘talent’ de lijn voor ze opgedoken.
Andere aanmeerders zijn gelukkiger. Ze waaien scheef en bij niet één gaat het echt goed, maar het lukt. Ook de Romantica is aan het emmeren. Toch een ervaren schipper lijkt me, de schrootmagere man die erg veel weg heeft van de visserman op de minoïsche afbeelding aan de wand van taverna Ellinis. Hij heeft alleen wel errug dunne kuiten..
Hij vaart rond met twee wat oudere stellen. Zijn customers.
Een van de opvarenden van de Romantica stapt wat later in de rent a car van Manos K. en rijdt prompt achteruit tegen een boom.
Tegen 12:00 is het windkracht 9 tot 10.
We liggen hier wel goed, vinden we..
Voor 10€ hebben we water en elektra, alleen nu hebben we weer geen internet.
Vanmorgen hebben we derhalve allebei bij Ellinis gewerkt.
Joanna, afkomstig uit Roemenië waar ze Engels gestudeerd heeft, werkt er sinds een week. Eindelijk een baan! Ze zou het liefst gaan zingen, maar daar valt werkelijk geen droog brood mee te verdienen.
Ze woont in Athene en is nu hier intern, in een hotelkamer van Ellinis.
Ze heeft geen man, nee, helaas! Weten wij niet iemand?
Eeeh?
Het gaat om het garaakteur. Looks don’t matter. Garaakteur!
Tja. Da’s ook wat..
George is hier geboren, bij Ellinis. Toen hij achttien was is hij naar Australië gegaan, naar Melbourne. Met zn broers heeft-ie tijden twee Griekse restaurants gehad, maar nu runt hij hier Ellinis in de zomer en heeft hij in de winter in Melbourne een winkel met een paar afhaalproducten. Salade, softdrinks en nog wat.
Altijd zomer!
De voorzieningen zijn niet zo best in de minimarket hier. Oude yoghurt, nog oudere sinaasappels en bananen. De yoghurt laat ik toch maar staan.
Er staat wel een pak uncle Ben’s rijst, zie ik. Ukkel bukkel noemde Bep dat altijd.
Ukkel bukkel rijst.
Laatst bij Toyke zag ik dat de karbonaadjes bevroren en wel de koekenpan in werden gemikt.
“Wat doe je nou?”, vroeg ik verbaasd.
“Ja. Van Bep geleerd. Die deed dat ook altijd.” was het antwoord.
Gut..
Ik weet wel dat de karbonaadjes van Bep altijd knapperig moesten zijn. Niet zoals Cor ze maakte. Nee, veel te zacht. Lekker krokant en knapperig.
“Hebben we het weer over eten? We zijn toch geen bejaarden?” placht Bep ook graag te zeggen als mijn moeder en ik het over kruiden, bereidingswijzen en gerechten hadden.
Maar Bep deed niets liever dan de kook column uit de krant knippen, Cor op de ingrediënten uitsturen en dan samen met Toyke en/of mij of Nel en Henk maken.
Vaak kwam ik tegen de avond, altijd met mn neus in boter. En altijd kreeg ik wat mee voor Ron, want die zat maar zielig en alleen thuis.
De jongetjes van de talents d’achille doen me denken aan onze vakantie naar Zuid-Frankrijk.
Met zn viertjes in de Audi, op naar Port Barcares.
Terwijl ik tot afgrijzen van Bep gebraden kippetjes at die ik ergens had opgeduikeld, raakte Aal verbrand en ziek.
Wat een toestanden!
En Bep had toentertijd een cassettebandje. ‘Two little teddybears’ werd helemaal grijs gedraaid. Zo leuk is dat! Als ik dat liedje nu hoor, moet ik meteen aan toen denken.
Toen we afgelopen september naar Toscane gingen, had ik een youtube link gevonden met de teddyberen song. Helaas hadden we onderweg geen internet.. dus afspelen werd niks.
De Romantica blijkt geen customers aan boord te hebben, maar ouders. Een Roemeense taalvergissing?
De Duitsers naast ons blijken Tjechen, die ons op slinkse wijze met Metaxa dronken proberen te voeren nadat we eerst hun boot gerd met fenders en later de hele boot aan ons vastgeknoopte hebben om lelijke kadelandingen te voorkomen.
Metaxa smaakt naar eau de cologne.. Bah!
Joanna blijkt Wanna te heten en George is niet onverdeeld blij met haar in de bediening.
Ze onthoudt niks! Ze kan nog geen koffie zetten! Ik moet alles steeds zeggen!
Maar och, relativeert hij het zelf, als hij nu ineens in een apotheek zou gaan werken, zou hij ook met zn handen in zn haar zitten.
Wanna voelt de druk wel. Bij iedere beweging van George blikt ze zenuwachtig om zich heen. Wat doet ze nu weer niet goed?
Toch doet ze het leuk. Ze is aardig, vrolijk, kwiek, alert.. Ze heeft gewoon tijd nodig, zeggen wij. Geef haar nog twee weken. Je moet alles leren uiteindelijk.
En anders moet je een ervaren serveerster zoeken.. toch? En geen Roemeense Engelse schoollerares die ook nog theologie heeft gestudeerd en nu eigenlijk liefst gewoon een man wil. En gaan zingen.
Zaterdag 5 juli 2014
De wind is een beetje gaan liggen. Vandaag gaan we naar Datca.