Zomer 2015 – Deel 2

We hebben een lifter.
De tere grijsgele vleugels wapperen ongecontroleerd in de 36 knopen wind.
Hij (zij?) schuilt dan ook dankbaar in mijn hand, terwijl ik toch niet lang daarvoor de spinnakerval op zn lijfje heb laten terechtkomen.
Verfomfaaid en gedesorienteerd laat de mot zich daarna volgens Ron een vleugel-herniaatje waaien, voor ik m oppak en veilig in een handdoekje onder de garage zet.

Die 36 knopen geven een bonkig zeetje die ons lelijk onder kwat.
We hebben dan ook wel een neurotische koers: bijna tegen de wind in.
En we proberen, we proberen.. maar aan het einde van de middag gaat het nog harder waaien. Een knoop per minuut, roept Ron boven de herrie uit.
Eerst gaat de genua in. Dan gaat de motor aan. Dan toch ook maar het grootzeil weg. We gaan maar net vooruit met dit toerental.
Volgens Rod Heikel wil de Noorden-wind vanaf Karastos (dimos Alliveri) niet meer zo snel naar huis. En zo is het.
Bij het naderen van de baai vlakt de wind steeds verder af.
We draaien wat rondjes in het haventje. Er staan paaltjes?
Hm? Elektra zou wel fijn zijn.. water ook.
Oh: aan de kop, voor een vissersboot, staat ook een paaltje.
Daar gaan we op mikken.
We zijn inmiddels zes rondjes door het haventje verder en de uitbater van de taverna aan de overkant kan het kennelijk niet langer aanzien.
Met een compaan staat hij aan de kade te gebaren.
Hierheen. Diep genoeg en prima hier!
Ron heeft ondertussen de landvasten opgevist en de ballen buitenboord gehangen, dus we doen het.
Het dorpje is zo op het oog niet zo gezellig.
Een energiecentrale staat (als op Chios) prominent in beeld en niet veel verdop naar het Zuiden staat een cementfabriek.
Maar het is toch leuk, als in Piombino, Bep en Toy.
Daar stak die centrale ook overal bovenuit.

Ron gaat naar de havenmeester om de palen te activeren, maar het blijkt een farce.
De palen doen het niet. Verder moeten we de papieren in een volgende haven laten stempelen. Dat zeggen ze overal!
Gelukkig mogen we van de uitbaatster van een kiosk de watervoorziening van een perkje gebruiken, waarmee we dankbaar de achtertank vullen.

Klara en Piet hebben een hele voorraad aloe vera champoo en gel achtergelaten. Lief!
Uitstekend tegen allerhande gekrab en gekriebel.
Want hier is na twee weken bijna alle leed geleden, alleen die oren en die kop..
Grr!
Gisteren zijn we van Porto Rafti, waar we Piet en Klara hebben afgezet, naar Nea Styra gevaren. Deze contreien hier zijn slecht bedeeld op de kaart. Het is onduidelijk of er nu een haven is of niet.
Nou, er is geen haven. Er is een pier.
En daar gaan we aanleggen.
Net als we inzetten komt daar de ferry aanvaren en wij kiezen snel het hazenpad:) Hij is toch echt veeeeel groter dan wij.
Het drijvende kasteel gaat echter aan de andere kant liggen. Niet lang daarna meren wij ook af, mooi langszij.
En mooi uit de wind, want de meltemi blijft maar aan.
We halen een brood en eten ieder een souvlaki met een koriatiki aan de wal.
Heel goed. Niet van taaie kippenborstjes, maar van sappige paidakia (pootjes).
En voor 12E50, met zelfs een miso kilo kokkino erbij.
Hoe kan het zou je zeggen.
De bakker moet de volgende ochtend luidkeels lachen om mijn opmerking dat ik maar drie woorden grieks spreek: Jassou, mia milopita en evcharisto poly:)
Maar hij heeft lekkere appelbroodjes!

En wat ik bijna zou vergeten te vertellen..
Iedereen weet dat toiletten aan boord een drama zijn.
Ze raken verstopt, het deksel kleppert tegen je rug, ze piepen, lopen terug, doen kortom allemaal dingen die ze thuis niet doen.
Maar het aller- aller- allerergste vind ik de altijd rondzwervende toiletborstel.
Ieder seizoen weer probeer ik dat stomme ding met spanbanden, klittenband of door klemzetten te fixeren. Nou, ik kan u vertellen, dat werkt niet.
Maar er is wat op gevonden!
Klara? Was het bij de Lidl? Oh nee, een winkeltje ergens..
Nou ja, daar wil ik vanaf zijn.
Er zijn nieuwe stijl toiletborstels aan boord. De houder heeft een rand van 30 cm hoog. En DIE kan je wel fantastisch vastzetten.
Jullie zeggen natuurlijk: maar dat had je toch veel eerder kunnen doen?
Tja.. Dan hadden we ze van thuis mee moeten nemen denk ik. Hier ben ik dit type niet eerder tegengekomen.
En in de loop van de winter verzamelen we van alles, van zeilen tot bijbootjes,
maar dat is meer Ron zn ding.
Ik ben in de winsterstand totaal vergeten dat we in de zomer aan boord leven.

We eten overigens prima in Karastos, dimos Alliveri.
Ron heeft een enorreme steak, sappig en niet verbrand en ik heb een berg gegrillde kippebouten. Hmmmmm!
Voor 23Euro!
De volgende morgen wil ik eigenlijk wel even naar de Lidl, maar dat zit er niet in.
De lidl zit hier een kilometer vandaan, richting het heuveldorpje Alliveri.
We draaien wel de boot en vullen de watertank aan de voorzijde af met het tuinsproeiwater voor we weggaan.

Het is een mooi rustig ritje langs de zuidzijde van het midden van Evia. En van Karastos tot Xalkida is het prachtig. De wind verschuilt zich achter de 1.000 tot 1.300 meter hoge bergen die aan de Oost-zijde voor de kilte zorgden, maar hier een heerlijke beschutting bieden en volgens mij ook een prima micro-klimaat.
Hier zou ik best wel willen wonen:)
Het ziet er uit als Italie! Pijnbomen, cipressen, laagland voor zacht glooiende heuvels met op de achtergrond het massief, daken van prachtige kerken piepen als in Toscane hier en daar boven het uitzicht uit.
Wauw!

Gisterenavond 7 juni zijn we met het bijbootje naar de Eretriaanse wal gemotord, nadat eerder Ron een fender die aan een mooring zat had losgesneden met het supermes, omdat ik ons bootje er overheen had laten drijven en de lijn van de mooring onder de kiel zat.
Ron had meteen schoon genoeg van die stomme moorings en het was toch ook aan de verkeerde kant van de baai.
Aan de oostzijde van de baai konden we lekker wel ankeren.
We liepen vanaf de pier naar het Noorden. Aan het einde van die weg kun je links naar Xalkida en rechts naar Kymi.

Volgens mij krijg ik meer last van ouwe vrouwtjes toestanden dan me lief is. Ik pieste namelijk alweer bijna in mn broek van het lachen.
Ron was, zoals jullie weten, zijn zonnebril kwijtgeraakt op Psara. Hij had gelukkig nog een andere zonnebril bij zich. Een hele donkere, met leesgedeelte. Ideaal om op het achterdek in het zonnetje lekker te kunnen lezen.
Niet zo ideaal om mee rond te lopen door een stadje.
Wij lopen daar, ydillisch hand in hand, heb ik nog net Ron bij zn kladden terwijl hij languit over een stoeprand stroffelt.
Natuurlijk net voor een cafeinion, waar als gebruikelijk de hang-ouderen zich in het zonnetje koesteren en en-passant de problemen van de wereld oplossen.
Ze beginnen allemaal wild te gebaren.
Dat zien ze zeker niet vaak:)

Achter het museum, bij de rotonde, lopen we omhoog, langs het voetbalveld wat druk bemand is door kleine, en minder kleine, rondrennende jongetjes.
Klaarblijkelijk doen ze hier niet aan leeftijdscategorien, want grutjes lopen vrolijk tussen de groteren door.
Rondom de afvalbakken is het een vieze bende. Ze zijn vol, misschien staken de vuilnisdiensten? Er hangt een dode, waarschijnlijk aangereden, slang uit 1 van de bakken. Een oma die met haar twee kleinkinderen en een boodschappenkarretje vol troep aan komt lopen, krijst luidkeels dat ze er niet aan mogen komen. De kindjes vinden het wel interessant, ik ook. Iemand een slangeleren tasje?

Verder de heuvel op valt het op dat alle huizen voorzien zijn van hoge hekken, alarmcentrales en tientallen luid naar ons blaffende honden.
Alsof het een grote kennel is.
Niet echt verwelkomend..
Een mevrouw roept iets vaags, Domo? Domo?
Dat woord ken ik niet. Als Ron het naar het Nederlands vertaalt met de geweldige vertaalapp zegt-ie ‘domo’. Het is dus vast geen Grieks.
Zou ze Italiaans zijn?
Hoe dan ook, we lopen maar door. Inmiddels al zo’n 5 kilometer denk ik.
Geen huis te bekennen:)
Onverrichter zake dalen we aan de andere kant van het tweede plannetje weer af richting het museum.
En het eerste wat we doen als we weer in Eretria aankomen, is het kopen van een nieuwe, fantastische, ultra-polarized zonnebril.
Zo.
Is dat ook weer op orde.

We eten een sef salata bij de taverna, Primavera, waar we het bijbootje hebben aangelegd.
Bah, bah, bah! Een grote klodder saus over gouda kaas en kleffe ham met vage sla.
Bah. Maar ze zijn wel aardig.
De tafelpoes wordt met zachte hand en een fles water in het zicht weggewerkt.
Veel buitenlandse touristen hebben ze hier niet, vertelt de ober.
Die er zijn die lopen met zo’n polsbandje, die komen hier toch niet eten.
Ja, het is zwaar, maar het seizoen gaat weer beginnen. Misschien wordt het dit jaar beter? Zo aan het einde van de kade zitten ze ook niet echt op een A-locatie.
We zien verschillende mensen met polsbandjes langswandelen.

De volgende ochtend haasten we ons weer naar het museum, Prokopis wacht ons daar op.
Hij rijdt een volslagen andere kant uit dan waar wij heen waren gelopen.
Hij rijdt ook nog wat verder dan wij te voet hadden kunnen bedenken.
10 autominuten, telt Ron vanaf het museum, wat we als het uitvalspunt van eretria zien.
Maar oh, wauw. Onderweg op zee had ik wat foto’s gemaakt van de Zuidkust, de Italiaans aandoende goudkust en daar blijkt het te zijn.
Stevig, solide, ruim, veilig en klusvrij beton met kunststof kozijnen, openslaande deuren en schuifpuien met horren, noem maar op. Als het huis in Ermioni, maar dan op een hele mooie plek, waar ook Jet en Ttje lekker kunnen ronddarren zonder van de berg te rollen.
Helaas wel betonklinkertjes, maar daar weet Hans vast wel raad mee:)
En de keuken is een ondergeschoven kindje van Ikea in jaren 50 stijl.
Ook over de badkamers hoef ik weinig woorden vuil te maken. Die heb je hier niet nodig of zo? Esthetisch verantwoord zijn ze in ieder geval niet en tapijt in je badkamer zal zeker ooit chique zijn geweest, maar is wat mij betreft ongewenst:)

Er zitten stopcontacten in de vloer.
Het klompenhosje, wat we nu al een paar jaar node missen, een van binnenuit niet bereikbare orangerie.
Op de vloer in de livingroom laminaat wat hier en daar door warmte en zeelucht wat opkrult. In de kantoorruimte ligt rood, laagpolig tapijt. Hetzelfde als in de badkamers.
Beneden is alles betegeld met keramische tegels.
In het aparte toilet in de entree zit een deur naar buiten die is gebarricadeerd met een stuk hout.
Er moet gekwast, maar who cares.
Je suis Greque!

Prokopis (ja, die naam, ik geef het toe, maar hij kan er ook niks aan doen)
spreekt een moeizaam woordje Engels.
Wat zal ik verder zeggen van het huis. De eigenaar is al vijf jaar weg, terug naar Brussel. Ze zijn twee keer samen geweest maar zijn vrouw komt wel met enige regelmaat om de tuin te doen?? Met het vliegtuig. Alleen maar daarvoor! Erg hè? Zegt Prokopis.

Prokopis zet ons weer af bij een andere rotonde, 3 minuten rijden deze keer.
Er is een winkelcentrumpje.
Eerst mopper ik wat, want ik moet ontzettend plassen en hiervandaan teruglopen..?
Aiaiai!
Maar er is een koffietentje waar ze lekkere cappucino hebben en een prima toilet.
Na wat boodschapjes gehaald te hebben strijken we er neer alvorens naar Eretria verder te lopen.
Het is verrassend dichtbij, Eretria.
We lopen langs een dierenwinkel: prachtige baaltjes dikgeperst uitstekend hooi. Ik maak er foto’s van en loop de winkel in om te vragen wat het kost.
5E per baaltje!
Er staan wat klanten die grappen maken over mijn foto’s. Ze schuiven iemand naar voren: Ha! Je kunt beter van hem een foto maken! Het onderwerp van hun grappen probeert ergens te gaan zitten zodat hij niet meer opvalt. Dat lukt natuurlijk niet.
Ron is ondertussen in het winkeltje ernaast bezig met de aanschaf van een douchekop voor het badkamertje in de achterhut. Die viel laatst zomaar uit elkaar.

Als we dichter bij de haven komen zien we een woeste zee die wild klotsend wordt voortgejaagd door de wind.
We schrikken ons een hoedje! De Luna! De bijboot!
Op een holletje draven we over het strand, maar wat we zien blijkt uiteindelijk niet de baai, maar de “buiten”zee.
We hebben het plaatsje helemaal doorkruist en zijn aan de andere kant uitgekomen.
In de baai heerst rust.
Opgelucht nemen we plaats aan een tafeltje in een van de strandtentjes.
Lekkere rokkasalata me kotopoulo hebben ze er.

Eigenlijk moet de was naar de wasserette die we vinden in een van de straatjes.
En eigenlijk zouden we een autootje huren: naar de Peloponissos, Finikounda.
En hier rondtouren.
Maar er komt niets van dit al.
In de loop van de middag motoren we de baai uit, op naar Xalkida!
Ron heeft zich helemaal ingelezen in de bruggen daar en verkneukelt zich op het avontuur om daar in de nacht doorheen te varen. Zeilboten mogen alleen in de nacht.

De brug, de eerste brug bij Xalkida!
Als we er nog een kwart mijl vanaf zijn worden we door een pilot van de portpolice gemaand ruimte te maken en aan een kant stil te gaan liggen. Er komt een biiiig vessel!
En inderdaad, niet veel later spoedt zich een containerschip onze kant uit door het kanaal. Hij gaat wel heel hard, vinden we.
Maar zo groot is-ie ook weer niet, zijn we het eens.
Groot, dat is zeker 300 meter. Nou, ze zijn hier ook niks gewend:)
Als het schip voorbij is motoren wij weer op naar de brug.

Oeh, wat een mooi ding. 36 meter hoog, daar kunnen we ruiuiium onderdoor.
Toch?
Ik maak een akelige foto als we er onderdoor varen, lijkt het net alsof het allemaal maar net, net past.

Na de hoge brug, op Noord-Oost, is Vourkari. Een private-marina waar Ron wat langer hoopt kunnen liggen met handige voorzieningen als elektra.
Nou, we mogen er liggen, maar elektra krijgen we niet.
We krijgen een uurtje elektra van Duitse buren! Wat lief!
Dat is een biertje waard, maar daar komt het niet meer van. Niet in de laatste plaats omdat we het niet aan boord hebben.

Om 21:05 gaan we op een holletje naar het havenkantoor, oh jee, hij zou dicht, om 21:00, om nog een doorgang te kunnen kopen voor de tweede brug. Wat moeten we hier als er toch geen elektra is.
Ze blijken gelukkig pas om 22:00 dicht te gaan, zegt de beambte, dus we kunnen gewoon een kaartje kopen.
We speren weer terug, want nu moeten we weer opschieten voor die malle brug.

In de monding van de smalle doorgang die de scheiding vormt tussen Evia en het vasteland ankeren we achter Fransen die in Vourkari naast ons lagen.
Zij zijn onderweg naar Chios en dan naar Lesvos.
We bevelen ze zowel Chios als Lesvos, Plomarion, van harte aan.
Evia is trouwens een enclave van voor de Turken gevluchte Psaranen, van Psara dus, het eilandje ten Westen van Chios.
Of had ik dat al gezegd?

“Ga toch s zitten! Doe toch s rustig! Je lijkt wel een opgewonden kikkertje!”,
aldus Ron, terwijl we door de prachtig verlichte tweede brug tegen de stroom van 3 mijl per uur in motoren, wat ik aan het filmen ben. Heb ik bijna alweer een oude-vrouwtjes-momentje:)

Het stroomt best hard en belachelijk grote schepen komen in grote vaart van Noord
naar Zuid of met hoge toeren van Zuid naar Noord door het kanaaltje wat de scheiding vormt tussen Evia en het vaste land.
De brugwachter roept over de marifoon: “Sailingvessels, sailingvessels! Faster! Faster!”
Wat een stressboel. Achter ons komt een monster opdoemen, maar hij duwt niet ons, maar de Fransen op die naast ons in Vourkari lagen.
Langs de brug heeft zich een publiek verzameld wat zich laat vermaken door het beeld van snel varende, grote schepen door het nauwe doorgangetje.

We leggen aan aan de kade, vlak na de brug.
Het is al laat.
Maar we willen toch nog wel even contempleren en de avonturen van deze dag doornemen.
Eretria. 9.000 permanente inwoners: prima grootte. Ligging: geweldig. Mensen: uitstekende cultuur. Voorzieningen: compleet.
Tegen alle gewoontes en natuurlijke ritmes in gaan we pas om 2 uur naar bed!

Als we om 07:00 wakker worden zijn we allebei niet geheel wakker.
Maar ach.
Ron stiefelt in de ochtend met de papieren naar de portpolice.
Zegt een dame dat de papieren verouderd zijn! Nou ja! Die laat-ie al overal zien vanaf Chios! Hij moet om 15:00 terugkomen.
Dus hebben we tijd om te werken.

Er blijkt op Evia een elektrapaaltjeskaartsysteem. Super! Voor 12E koop je een kaartje en die mag je gebruiken in Karystos, Aidipsos, Limni, Psaropouli, Oreio, Kymi, Xalkida en Almiropotamos.

Na het werk lunchen we bij een mondain Italiaans restaurantje aan de kade waar ze een paar sterren zijn vergeten op te plakken.
Trattoria Lupo, gemarkeerd door een groot, rood, uithangbord waarop Romulus en Remus onder de voedster, gelegen aan de zuidwal ten Noorden van de kleine brug op Evia.
Ook de huiswijn is heerlijk.
Iets hoger geprijsd dan we inmiddels gewend zijn, maar naar Nederlandse begrippen
is E31 niet idioot veel..
Daar hoef ik niet voor naar Italie;)

Om 15:00 lopen we naar de port-police. Nu laten we wel de juiste papieren zien en krijgen een stempel die geldig is tot volgend jaar. Dat scheelt een hoop gedoe, kan ik u zeggen.
In Turkije gaat dat allemaal heel anders. Daar moet je in ieder haventje met een kantoortje gestempeld, crewlijsten bij laten werken voor veel geld, crewlisten bijkopen voor nog meer geld, 50E is niks daar.
En dan heb je ook nog eens niks!
We zijn het wel eens met de port-police van Xalkida, dat ze wel iets meer mogen rekenen.
En alweer ontspint zich daar een discussie over de toestand.
Vier jaar geleden wilden de banken ook al geld. En als ze geen geld kregen, dan wilden ze het onderpand verkopen. En wat is dan onderpand van een land?
Ik denk in termen als graafmachines, vrachtwagens, auto’s, maar het gaat natuurlijk om gas, pijpleidingen, stranden, eilanden en noem maar op.
De banken zijn nu staatsbanken. Maar wel in handen van de Euro.
En wat doen ze? De domme Eurobankiers? Ze verhogen de rente!
Want het risico is hoog! Snapt dan geen van die ukkels dat het risico dan nog hoger wordt? Ze moeten NEGATIEVE rente rekenen, meneer Dijsselbloem. Korting als er tijdig betaald wordt.
Doe NIET de btw omhoog. Dat geeft alleen maar weerstand.
Niet zeiken over pensioenen. Een vroegpensioen is hier een vlucht naar een beter inkomen dan een werkeloosheidsuitkering als je bent ontslagen.
Het is niet zoveel anders dan in Nederland, meneer Dijsselbloem.
In Nederland zijn de politici alleen beter in staat alles binnenskamers te houden.
Al die vroegpensioeners, het merendeel met een inkomen van 700E (toch bijna twee keer meer dan een gewone uitkering..), doe er wat mee.
Het land is volslagen niet geautomatiseerd.
Niet dat dat zaligmakend is, automatisering, maar richt een kadaster op. Ondermijn de zwarte economie door de pool van jongpensionadas voor die projecten in te zetten. Veelal gaat het om ambtenaren wie een pc niet vreemd is.
Of jongeren, waarvan 25% werkeloos is, die helemaal ingebed zijn in de ict cultuur.
Zorg voor staats-infra-ict-structuur, dan kan prima met de al die beschikbare mensen.
Hef belasting op mobieltjes, bellen en mobiel data gebruik, zoals ze dat in Kenia doen.
De elektrapaaltjes voor boottouristen zijn een mooi begin, maar dat mag best wat duurder. 25E vindt niemand raar.
Reken entree geld voor touristen (Turkije rekent 15E pp af na landen).
Geef vouchers in plaats van geld.
Niet alleen aan touristen, maar ook aan alle mensen die geld van de overheid krijgen. Vouchers die ingewisseld kunnen worden via internet, een soort ideal dus.

Bouw de pensioenleeftijd langzaam af, als dat zo nodig moet, maar volgens mij maakt het niet uit. Of je ze nu een uitkering of een pensioen geeft: lood om oud-ijzer. Tenzij mensen er zelf voor gespaard hebben uiteraard.

En last but not least: heb geduld!
Al die domme veel te kort lopende leningen! Zoooo fout, zooooo 1900.

De scheepswinkel is nog dicht als we van de port-police af komen.
Als we er later heengaan komen we terug met allerlei frobels en een zonnepanelenwens. Otto wil eigenlijk liever niet zo’n vaste, maar flexibele zijn wel vele malen duurder en brengen ook nog minder op.

We eten die avond weer bij trattoria Lupo. Meer dan sla met voorgerechtjes gaan er niet in, maar het is wederom een feest.
Van de droge, rode huiswijn wil ik wel een litertje mee aan boord. We hadden een gekregen anderhalve liter limonadegelijkende in een petfles en we hebben nu een echte ?? in een liter petfles erbij voor €5!

Er komt een mailtje binnen van Vanilia met het membership van Bep. Een paar jaar terug wilde Bep daar mijn emailadres voor gebruiken want zij wist toch geen raad ermee. Ik heb niks met Vanilia, maar ik meld me niet af.
Het is een beetje Bep.

De volgende ochtend werkt Ron weer een tijdje, ik ben driftig aan het schrijven.
We nemen de maat op van de ruimte tussen de garage en het reddingsbootje.
Ja.. daar ZOU een paneel kunnen van 82 x 66..
We besluiten er nog even over na te gaan denken.

We besluiten ook ons internettegoed op te waarderen. Lieve help, wat slokt die Lloyds laptop allemaal niet op?? Updates uitzetten is geen optie.
Dus stappen wij met frisse moed achter de aanwijzingen van mijn routeplanner aan. En inderdaad: er is een enorme OTE winkel, bijna om de hoek nog wel, waar we heerlijk opgewaardeerd weer vandaan komen.
Hierna raken we in een winkeltje verzeild waar we ons helemaal laten gaan qua borsteltjes, doosjes, een oelekan (!!!!), een compressortje waarmee Ron al snel fenders zit op te pompen, knippertjes en wat al dies meer zij.
Helaas geen usb-ventilatortje. We werken teveel, de mifi raakt steeds oververhit. Zo’n ventilatortje, die ik altijd als belachelijk en nutteloos speelgoed heb afgedaan, zou nu zomaar van pas komen.
In een buurwinkeltje vinden we een onderlaken. Onze oude onderlakens zijn gebubbeld en gepukkeld. Hoe dat komt? Geen idee.. We liggen al een tijdje op dekbedovertrekken.

En weer lunchen we bij Lupo:)
Ok, ok Jaap, het is geen vernieuwende keuken. Maar wat maakt het uit? Nu kan het nog, want morgen zijn we weer op onszelf (mijn kookkunsten dus) of lokale Taverna’s aangewezen.

10 juni 2015 14:28
We gaan zo op weg naar Limni!