Het is 06:00 en we zitten lekker buiten in de kuip, in het zonnetje, aan de koffie en de sinaasappels.
Van al dat vertellen over mensen kom ik niet toe aan de omgeving hier.
En we zeilen nog wel rond in een ongelofelijk mooi gebied!
Dus laat ik jullie even meenemen.
We liggen in de haven van Oreoi (Oreei). Het Noord-puntje van Evia.
Is dat een lieflijk plaatsje? Nou, nee.
Maar dat is helemaal niet erg.
Het heeft een strand vlak achter de kademuur waar je zo vanaf je bootje heenwandelt om lekker te gaan zwemmen.
Er zijn veel katten, katers met name rook ik toen vanmorgen ik naar buiten stapte, alsook veel Griekse honden die uit pure
joligheid zomaar een schoen meenemen. Kennelijk vallen ze op Teva’tjes. De Ecco’s van Ron stonden er nog.
Juist toen ik op het punt stond om Stef te vragen om zijn oude Teva’s (die kan-ie toch allang niet meer aan:) aan Kelly mee
te geven, vond Ron mijn schoen. Op het strand.
De prachtige betonnen kade met voorzieningszuilen is betaald van Europese gelden. Waarvoor dank. In ruil daarvoor krijgen de Oreianen
touristen die hier per jacht arriveren en lekker uit eten gaan in een van de twintig taverna’s aan het water.
Er zijn ook wel wat hotels, maar ik denk dat met name menig Athener hier een buitenverblijf heeft.
Gisteren waren we op Skiathos, waar we op aanraden van een eerdere boot-buurman uit Beograd vieze, ouwe, genukete kip hebben gegeten met
slappe salade. Pleh!
We hebben ons uiteraard beklaagd, toen hij de dag daarna achter ons bootje stond om te vertellen dat zijn vriendin over zou komen.
Want wat moest hij alleen op die boot? Mijn eerdere opmerking aanhalend.
En we hebben hem gewaarschuwd.
Als hij zijn vriendin mee uit eten zou nemen bij Eleni, nou. Dan zou ze gillend terug naar Beograd vliegen!
Skiathos is geen bal aan. Een soort Bodrum. Gericht op buitenlandse touristen, van wie ze kennelijk geen smaak verwachten gezien onze ervaring.
En duur ook! Water, alweer uit de perksproeier, heeft een minimumprijs van 10 euro!
De havenmeester die komt innen verontschuldigt zich er voor.
Hij is bij de Zwitserse special forces in dienst geweest en heeft zich nu op Skiathos gevestigd. Hij heeft een Russische echtgenote.
Die zijn woest en ongeremd! Zo verzekert hij ons als we grappen maken over zijn ringtoon, die een trieste melodie laat horen bij het overgaan.
Hij moet het opnemen!
Hij vindt het geen probleem dat we het watergeld delen met buren Charlotte en Tim, met wie we ook de tuinslang hebben gedeeld.
Pas boven de 1.000 liter wordt per 100 liter afgerekend.
We zijn op Skiathos omdat ons is verteld, dat er hier goede chandlers (boot-benodigdheden-winkels) zijn.
Wel. Er is er een. Een kleintje. Hij heeft alleen de schroefjes waar Ron naar op zoek is en voor het overige met name zwem- en vismateriaal.
En verder zijn er honderdduizend taverna’s, terrasjes, schoenenwinkels, kledingwinkels, vijf minimarktjes, een steiger met charterboten.
Veelal mensen met aanlegproblemen en de neus in de wind en niet geneigd om een gesprek aan te gaan.
Niet allemaal natuurlijk.
Skiathos heeft een vliegveld vlak achter het stadje. Er komen tien vliegtuigen per dag waarvan je de wielen bijna kunt aanraken
als ze de daling inzetten en je aan het charterponton ligt .
Het gekke is, dat je ze nauwelijks hoort.
Ook de ferryboten gaan af-en aan.
Charlotte en Tim van de Delta Lady, eenzelfde blauwe beneteau als wij hebben maar net een nieuwer model en de 39 uitvoering, liggen naast ons
omdat ze hun opvarende vrienden hier op het vliegtuig zetten. Ze zijn zichtbaar blij dat ze van ze af zijn.
Je moet echt wel een beetje gelijkgestemd zijn om een tijd samen op een bootje te kunnen wonen!
Hun dochter en schoonzoon en kleinkind verblijven daarna een ochtend bij hun, maar zij hebben een huisje gehuurd op Skopelos.
Zo is het precies goed, delen ze mee. Een ochtend met een blerende baby gaat net.

Heel cool om je verjaardag in Griekenland te vieren en allemaal zeilers uit te nodigen als je in Engeland woont!!
Hier aan de kade in Oreoi stijgt inmiddels de zon.
Achter een handdoek en een horrescherm probeer ik hardnekkig buiten te blijven tikken op de surface met schittermonitor.
Hm. Moppert Ron.
“Het wordt weer een Pipo de clown boot. Straks komen alle spanbanden, doeken en gordijntjes weer te voorschijn.
Ga toch gewoon binnenzitten!”
Ik ben tegen! Ik zit heerlijk buiten!
Maar zo snel als ik kan zal ik zorgen voor een anti-reflectiescherm.
Dan kan ik ook buiten werken als we met kalm weer op zee zijn!
Qua werken hebben we het bijna, bijna voor elkaar hier.
Een USB ventilatortje koelt zoemend afwisselend de mifi en de surface, de temperaturen hier zijn immers bepaald niet als in Sijbekarspel.
En zonnepanelen! We willen zonnepanelen!
Otto wil echter liever flexibele, hoewel die duurder zijn en een stuk minder opbrengst hebben, dus we zullen er nog wel even over gaan steggelen:)
Het lijstje voor Kelly wordt ondertussen steeds langer..
Dropjes, kaas, anti-zonnebrand factor 50 (besteld bij Bol, moet er nu wel zo’n beetje zijn), T-shirtjes die Anne bij de Action heeft gehaald
en in de brievenbus heeft gestopt, anti-reflectie schermpje wat ik binnen nu en drie uur ga bestellen op Amazon, een nieuwe voorraad zwembroeken
van de Wehkamp (twee als het goed is), die dingen gaan hier in het zout en de zon niet heel lang mee.
Daarnaast ben ik met de Wehkamp en H&M aanbiedingen mijn garderobekast weer wat aan het aanvullen. Nodig sinds ik wat gekrompen ben vorig jaar
en het blijkbaar beklijft.
En Oh! Kel! En de Eos van juli! Kun je kopen op schiphol! Psychologie en Quest van juli zouden ook een welkome aanvulling zijn!
Voor ons aan de andere kant van de baai ontwaar ik iemand op een wit paardje met een kleiner appelschimmeltje aan de hand. Ze rennen over het strand,
door de zee, richting ons aan de kade. Als ze achter ons langs galopperen ga ik het toch maar filmen.
Net Jet & Tschai!
“Eehh..”, zegt Ron, “wel ietsje groter..”
Jawel, maar die meneer die er op zit is OOK ietsje groter.
In ieder geval dan wij:)
Het spul springt van de kade op het strand waar de Uk losraakt van de leidsels. Hij blijft daarna braaf staan, maar mama en Uk werken niet echt
mee bij het weer aanhaken. Grrrrr! Het is ook overal hetzelfde;)
Ron komt ze later onderweg naar de werf bij de bakker tegen. Kennelijk gingen ze alleen even een broodje halen.
Zo stel ik me het leven hier ook voor!
Och, en er staan mooie huizen hier bij de supermarkt.. vertelt Ron.
Ik begrijp hem niet goed. Te koop? Bij de supermarkt? Duur?
Neehee. Gewoon, langs de weg bij de supermarkt.
Ah.
Er staan drie huizen te koop in Oreoi volgens tospitimou. Van 450.000 tot 1.500.000.
Het wordt m niet.
Ron vist een afwasteiltje met natte, spochtige doekjes uit de achterbadkamer.
Vergeten uit te hangen?
Nou, doe maar in het zeewater en gebruik maar om te poetsen. In Limni brengen we het wel naar de laundry.
Eisen we meteen mijn broek terug!
Voor Skiathos waren we op Skopelos.
Skopelos is ook touristisch, maar dan leuk. Gezellig.
En bij Gialos in Skpoleos-Chora kun je, na een eerste andere poging met lekkere garnalen op een groot bord slappe, dikke, doorgekookte spaghetti
in een Taverna direct aan de kade, prima eten. Wat duurder dan eerdere lokaties, maar we klagen niet.
Ze hebben er wel een Praxis of Enorm of hoe het hier ook mag heten met werkelijk de meest fantastische dingen. We kopen er onder
andere het usb-ventilatortje tegen oververhitting van de mifi.
Giorgia en Vangelis die energiek Gialos runnen, hebben zich hier zes jaar geleden vanuit Denemarken gesettled.
Griekse Giorgia is daar geboren en heeft daar haar eveneens Griekse Vangelis ontmoet. Het begin was zwaar en met heel veel
tegenwerking van de gemeente. Giorga was van de weeromstuit weer begonnen met roken!
Overigens ook omdat ze na het stoppen tien kilo was aangekomen.
“Wat ben je toch aan het doen, Giorgia? Je propt handenvol eten tegelijk naar binnen? “, Aldus een een toen vertwijfelde Vangelis.
Pas toen ze begrepen dat ze degene die de uitspanning kwam inspecteren €300 dienden te geven kwam het goed.
Uit Denemarken hè, dan weet je dat niet.
Bij Gialos raken we aan de praat met Malcolm en zijn vrouw. Uit Manchester met een pittig Schots accent vanwege de geboorteplaats Newcastle.
Ze komen hier ook al zes jaar. Zijn daarvoor op vele andere Griekse eilanden geweest, maar zijn hier een beetje blijven plakken.
Vanwege het wandelen: ze wandelen 10 tot 20 mijl per dag van en naar een van de vele strandjes hier. (landmijlen)
En naar Giorgia en Vangelis, waar ze alle dagen eten.
Afgelopen zaterdag waren ze vijfenveertig jaar getrouwd en eigenlijk zouden ze een tripje met de ferry maken naar een van de Oostelijker eilanden,
Allonissos. Maar daar was niks van gekomen vanwege het noodweer.
Ach goss..
We nodigen ze uit om mee te zeilen van Skopelos naar het strand Panormos aan de zuidkant, waar ze gepland hadden heen te zullen gaan.
De volgende ochtend komen ze met een doos met koekjes en nemen voorzichtig plaats.
Het is allemaal een beetje vreemd, maar ze vinden het toch wel leuk.
Helaas voor hun leiden alle inspanningen van Ron met de geweldige gennaker niet tot zeilen. Er staat te weinig wind!
Dus motoren we kalmpjes naar de Zuidkant van het eiland, waar Ron ze met de dingey op het strand afzet. En waar ze natuurlijk gauw
nog even in de branding een golf over de rugzakken krijgen.
Ze sjouwen overigens rond met 4 liter water en een enorme camera. Loeizwaar! En Malcolm is zevenenzestig!
Als in Nederland is ook hier de malaria parasiet aan een opmars begonnen.
Horren zijn dus geen overbodige luxe.
Evia is groen. Geen olijfbomen zoals op de Peloponissos, maar naaldbos en platanen.
Dat is niet voor niks, want het regent hier regelmatig.
Denk daarbij vooral niet aan de Nederlandse sombere dagen.
Nee, hier trekt het dicht, het dondert en rommelt en flitst en plenst en waait en de volgende
dag is het niet alleen opgeklaard, maar ook nog eens gewoon weer lekker warm.
En helder.
Frans van de Pietje van Kan, een recalcitrante gepensioneerde politiekjournalist, heeft veel weg van Jan. Jan de Haan dus, die we hier best wel een
beetje missen.
Vanuit Nederland horen we maar weinig!
Cor, die altijd aardige verhalen respondeerde, werd kennelijk in die tijd op zn huid gezeten door Bep.
“Hup Cor, schrijf toch s terug! Heb je al teruggeschreven?”
Zo stel ik me voor hoe dat ging..
Frans en Marleen wonen al bijna vijf jaar op de Pietje van Kan.
Ze zijn beiden nogal lang (ik zei al: Net Jan. En Els. Ook qua lengte dus…) en hebben hun eigenafgebouwde Goeree 12.70 van Olivier van Meer
daarom extra hoog laten uitvoeren. Zo’n Ollie B Bommelboot.
Binnen bevindt zich een heuse, echte hoekkeuken. Niks nautisch aan.
Ze hadden met elkaar afgesproken dat ze na vijf jaar zouden evalueren.
Wat te doen.
Terug naar Nederland? Het verlijf aan boord verlengen?
De botenmarkt is jammergenoeg voor hun wel erg ingezakt. De Pietje van Kan is ook niet een schip wat je aan een gemiddeld gezinnetje kwijt
kan, dus of je het schip zomaar weer om kan zetten in woonruimte en pensioen?
Ik hoop het van harte voor ze! Marleen is wel toe aan het landleven.
Alles wordt toch zwaarder bij het ouder worden.
Hij heeft uitgesproken meningen over het Griekse beleid, het Nederlandse beleid en alles daar tussenin, wat we eerst uitgebreid hebben besproken
tijdens het borrelen en daarna voortgezet hebben bij het diner ergens aan de kade. Pitsa!
Niet alleen Frans en Marleen lagen hier, ook Charlotte en Tim met de Delta Lady en Linda en Mark uit Schotland met de Spirit.
Mork en Mindy noemen we de laatsten, dat onthoudt lekker makkelijk. En maar goed ook, dat ezelsbruggetje, want hoe het schip heette?
Aiai? Geen idee. Iets met Spirit.
Het was een 36. Ugh.
Mindy (sorry Linda:) speelt viool, zingt, leert (nieuw) Grieks, heeft ooit een assurantiekantoor gehad..
Hoe bestaat t.
Mindy is de zeiler en de kapitein van het tweetal. Mork gaat graag mee en doet wat hij kan. Een tiental jaren terug heeft hij iets opgelopen,
een soort post-griep-syndroom, waarna hij een paar jaar eigenlijk alleen maar in staat was tot slapen.
Helemaal hersteld is hij nooit.
Na het avondje doorhalen met Frans en Marleen zaten we aan boord bij Charlotte en Tim met Mork en Mindy.
Ron en Tim wisselden Beneteau weetjes uit, zoals een schroef in het giekwagentje ter voorkoming van rondvliegende balletjes.
De balletjes, eigenlijk lagertjes, zorgen voor het soepele heen-en weer halen van het wagentje dat het grootzeil trekt.
De balletjes had ik gespot een paar dagen eerder: er vlogen een paar uit het wagentje.
Gelukkig hebben we zakkenvol mee!
Mork en Mindy hebben ontzettend vaak van huis gewisseld.
Inmiddels hebben ze behalve een groot huis aan een Schots log en de boot een appartement in Glasgow.
Dat grote huis, daar willen ze ook wel vanaf.
Al die Engelsen die we hier ontmoeten en ook Grieken.. eigenlijk zouden we deze verhalen gewoon in het Engels moeten schrijven.
Daar was ik dan ook aan begonnen, tot ik me realiseerde dat ik het dan sowieso naar het Nederlands zou moeten vertalen.
Juist.
Dus toch maar gewoon houden zo.
Maar waar was ik ook alweer?
Waar waren we eigenlijk?
We zijn van Nea Klima oftewel Elios naar Skopelos gezeild. Op de gennaker.
En Elios was volgens onze Griekse baaien goeroe Rod Heikel een plaatsje van niks waar je vooral niet heen moest gaan.
Gelukkig was zijn informatie onjuist.
Er was zelfs elektra!
Claude (van de George, zie hier verderop) wist ons te vertellen dat je het beste alleen naar de laatste taverna op de kade kon gaan.
Dit in verband met het niet zo vers zijn van nhet eten van de andere.
En hij kon het weten! Hij is immers Frans!
En hij had gelijk ook. Het eten was vers en prima.
Oostenrijkse Ika is hier met haar ouders met een oude Hallberg Rassy.
Ze heeft een chromosoom teveel of te weinig, heeft dwangbewegingingen maar ze spreekt prima Engels.
En zelfs Nederlands!
Als ze lacht lijkt ze op een koningspuinguin die gekieteld wordt.
Zo gezellig klinkt dat!
En voor we naar Elios gingen lagen we in Loutraki (West-Skopelos).
Maar in Loutraki heerst de maffia.
Het waait als een gek, maar ondanks dat worden we door de havenpolitie naar buiten de strekdam gestuurd.
En er is genoeg plaats!
Maar in Loutraki treffen we wel Mork en Mindy en Charlotte en Tim.
En.
Charlotte en Tim vertelden ons van een pad, een track, een monipati, naar het hoger gelegen Ylossa.
Die moesten we nemen natuurlijk!
En onderaan de trap treffen we een tachtig jaar oude man die met ons oploopt, de tweehonder steile meters naar boven naar Ylossa.
Uit te spreken als
– en de man doet alsof hij buiten adem is en moeite heeft met spreken –
Ghhhgghlossa!
Hij is echter in zeer goede conditie!
Hij vraagt ons mee naar zijn huis, zijn vrouw, voor koffie.
En in de kleine gezellige keuken zaten we niet veel later te nippen van de koffie en de thee.
Met koekjes!
Zegt Helena.
Je hebt koekjes nodig om die trap weer af te komen!
Hij blijkt te hebben gevaren en is in Rotterdam, Amsterdam, IJmuiden, China, en IJsland, jakkes!
IJsland! Het was de hele dag donker! geweest.
We spreken af over vijf jaar weer op de koffie te komen.
Wie weet!
Ja, de maffia heerst in Loutraki, de charter maffia, zeiden Fritz en Johanna (voor het gemak door ons Jozef en Maria genoemd, ons
allen bekend, toch? Jan en Theo?) en hun tachtig jarige vriend die hier min-of-meer woont.
Hij knapt oude motoren en scooters op.
Een beetje vreemd type.
Nogal op zichzelf.
Maria zegt een paar keer tegen hem dat het niet beleefd van hem is dat hij in het Duits blijft praten, omdat ze een gast heeft
die heel slecht Duits spreekt. En verstaat. (Ik dus)
Dat vond ze zichtbaar ongewenst gedrag.
Maar daar trekt hij zich niks van aan en hij ratelt lustig door.
Hij leek wel op Keith, van de Stones.
En het waaide en het waaide..
Nou is dat onderweg niet zo’n toestand, maar dat geklots in die in baaitjes en die havens.
Daarom waren we van Skiathos / Kikirouikies gevlucht.
Wat een gedein en gerammel en gedoe.
Wie had ons dit ook al weer aangeraden?
Alweer die vent uit Beograd?
Veilig liggen we wel, dat wel.
In die Kikiroukie baai kwamen we vanaf Oeroi, waar we nu weer liggen.
Dat was dus de de zestiende juni, dat we daar lagen.
In het plaatsje trof ik Kostas (30) & mama Helena.
Helena is vijfenvijftig en runt een kledingwinkeltje annex schoonheidssalon in een van de straatjes achter de haven.
We raakten aan de praat over van alles en nog wat en ze nodigde mij uit om die avond gesellig langs te komen bij haar thuis,
om Tsipoura te gaan drinken.
Wie heeft er ooit gezegd dat je slecht contact krijgt met de Grieken?
Omdat Ron het een beetje een vreemd berichtje van me vond, dat we waren uitgenodigd om die avond op het strand te komen borrelen, werd het niks.
“Huh?”
Ondertussen zat ik al met haar voor op de stoep met een watertje en kersen.
Haar Engels was miniem, maar Kostas kon gelukkig prima vertalen als ze voor mij te snel in het Grieks ratelde.
Haar dochter bleek dottore in het ziekenhuis van Lamia. In deze barre tijden betekent dat een inkomen van EUR 1.000 per maand.
1.000 Euro per maand en dan ben je arts!
Geen wonder dat alle enigszins gestudeerden het land ontvluchten!
Om ons heen renden en speelden terwijl we aan het praten waren lieve, te dikke, kleinkindjes.
Helena had net een klant gewaxt en keek soms met een schuin oog naar mijn harige bienen.
Maar ik ben er aan gehecht!!!!
Of de haren in ieder geval aan mij😁
Dus geen wax! Ochi!
Kostas vretelde dat hij liever in een grotere plaats woonde. Athene was wel wat. Amsterdam ook.
Hij keek met een schuin oog naar boven, waar zn moeder met een klant bezig was en maakt een gebaar alsof hij rookt.
Sssst! Niet aan mn moeder vertellen!
Weed!
Oereio vond hij wel een leuk plaatsje, maar de sociale controle van de Grieken onderling.. Oeh lala!
Iedereen kent iedereen en iedereen heeft wat te zeggen over iedereen.
Net als in Sijbekarspel, lijkt me:) Of Bergen, wat dat betreft.
Helena ga ik straks nog wel even opzoeken!
We blijven hier nu toch nog een nachtje.
Na het lezen van het zoveelste artikel over psoriasis heb ik besloten het dieetroer weer helemaal om te gooien.
Al maaaanden eet ik alle dagen yoghurt.
Blijkt dat histamine verhogend! En dus krabbel, kriebel, gewrichtjesklemmend!
Aan de andere aanstichter, de hormoonspiegel, kan ik niet zoveel doen.
Veel in de zon liggen en vitamine D, het natuurlijke anti-histaminicum bij uitstek, opdoen.
En slagroom bij de abrikozen.
Waar was ik?
Oh ja. We waren in Oreoi.
En daar kwamen we vanuit Loutra Aidipsi, een baai met thermaalbronnen.
We kwamen er op de gennaker na bijna acht uur varen, maar we kwamen op de verkeerde plek uit.
Veuls te diep om te ankeren, Alhladhion. En bij het aanpikken van een mooring blijkt het veuls te ondiep: een ongemakkelijke
1.20 onder de kiel terwijl we nog niet uitgezwaaid zijn!
Dus motorden we 12 mijl oost naar Oreoi.
Met onderweg zowaar zeegang tegen, van het door de Oostenwind de doorgang ingeperste water.
En hiervoor lagen we in Limni.
Waar de wasserij mijn broek heeft geroofd.
Grr.
En waar we Jozef en Maria, die overigens een huis hebben aan de overkant van Eretria, het vaste land dus, hebben ontmoet.
En Thomas & Irene uit Zweden met de Lira, die aardig genoeg de t-shirts van Ron die de wasserij had achtergehouden hadden meegekregen.
Maar niet mijn broek dus!
Maar eerst even Loutra, want inmiddels voeren we op met Thomas en Irene.
Ze maakten mooie foto’s van de Luna met de gennaker.
Het waren wel nepperds, die foto’s, in scene gezet, want er was geheel geen wind!
En ik vergat ook nog de motor uit te zetten!
Thomas wees me daar die avond fijntjes op, terwijl we na het borrelen bij ons bij hun van de kip souvlaki van de gasbarbecue aan
boord van de Lira genoten.
Irene bleek psychiatrisch verpleegkundige. Werkzaam? Drie maanden in de winter.
Precies goed! Kan ze rest van het jaar lekker zeilen!
Mijn ouwe-vrouwtjes momentjes speelden flink op die avond, toen Thomas the Pink Panter (dus jur duuug bait?) nadeed.
Thomas had waarschijnlijk wel het een en ander meegemaakt in zijn leven, voordat hij met zijn ouders als vluchteling uit slovenia in Zweden
terecht was gekomen.
In Limni ontmoetten we dus Zwitserse Jozef en Maria met de Festina Lente.
Johanna spreekt Grieks, Frans, Duits, Engels, Italiaans. Fritz kan alles maken wat hij ziet.
Hele lieve mensen.
En we leerden Franse Claude en Anna met de George kennen.
Claude bleek de George te hebben gekocht voor 30.000€ en gaf te kennen dat zijn Anna een andere boot wel op prijs zou stellen.
De oceaanzeiler voegde niet helemaal met de huidige behoeftes, zoals een normale doorgang naar binnen zoals wij die hebben.
Ze moesten steeds door een luikje in het midden van het schip naar beneden klimmen.
En Anna was volgens Claude ook nogal bang.
En als het echt moest, als de verkoop niks zou worden, dan zou hij de George ergens afzinken. Weg ermee!
Maar nu was hij er nog wel blij mee.
De vouwfietsjes aan dek werden te pas en te onpas door Claude opgevist en ingezet om overal rond te kijken en zijn
nieuwsgierige neus in te steken.
Hij wist werkelijk alles van iedereen!
In Limni overigens lagen we eerst aan de buitenkant van het haventje want het haventje was vol.
Wat een gebonk en een gedein en een kabaal!
Dus de ochtend er op wisten we niet hoe snel we het plekje van de cementboot in moesten nemen toen die uitvoer.
Bluuuuh!
Maar in Limni kun je prima eten bij Os Platanos, onder de grote plataan.
De eerste avond begrepen we Claude verkeerd.
Er stonden immers overal platanen, dus we namen plaats op een teraas onder de eerste de beste plataan die we tegenkwamen.
Maar dat was m niet:)
We ontmoetten er wel Joep met zijn moeder.
Joep wil wel op de paardjes passen als wij hier komen wonen.
Zijn moeder moet ik van vroeger kennen: ze heeft gedanst, dansles gegeven en blokfluit gespeeld en blokfluitles gegeven ook bij
Wouter Swets, balkanmuziek deskundige, waar ik als puppy met Rose-An en mn viooltje heen ging om er uiteindelijk te gaan zingen.
Jeroen doet eerst heel geheimzinnig maar barst dan los als zijn moeder zich even terugtrekt.
Ze komen hier al vanaf 1967! Hij is half Grieks en zijn moeder is na haar scheiding weer terug naar Nederland gegaan.
Maar het blijft hier prachtig.
Maar met zijn moeder hier komen wonen? Eeeech nie..
Ze let overal op, ze kijkt m op zn vingers, ze ziet alles..
Later blijkt Joep ex-coke verslaafde die op de voet en nauwlettend gevolgd wordt in zijn bewegingen door zijn moeder, om hem clean te houden.
Tja.
Een dag tikken en ruim driehonderd regels verder: tot de volgende keer!
Er voeren laatst twee mensen op de middellandse zee
Zij lazen in de ochtendkrant van doctorandus P
Hij was wel vijfennegentig maar toch is het een pech
Die waarlijk woorden kunstenaar is blijvend heel ver weg