Zomer 2016 – Deel 11

31-10-2016

Ik ben toe aan een nest.
Ron volgt argwanend alles wat ik doe, zeker als hij kruiden zoals Rozemarijn en Tijm in grote potten op de Luna ziet arriveren.
Want voor Ron is het heel anders. Hij is hoogst gelukkig hier aan boord, waar hij al bijna 6 maanden is.
Ron heeft de tijd van zijn leven!

Alleen het gat in den boot was een deukje in zijn geluk.
Zo zetten we aan de kade van Nafplio nog kaasjes en een glaasje wijn op de kuiptafel, zo brak de hel los.
Twee onbemande buurboten werden wild. Eentje viel ons aan en een ander brak uit en ging zn vriendje helpen.
Met zn tweeen lukte het om ons tegen de kade te rammen. Ze speelden erg vals. Die ene pakte ons bij een klamp.
Het duurde even voor we de lijnen, ook die van de enteraar, konden vrijmaken en de baai in konden vluchten.
Daar dobberden we even. Zullen we meteen naar Koilada?
Gelukkig zagen we het gat in de boot tijdig.

Een flinke scheur aan de SB zijde van de spiegel, opgevuyld met Stay Afloat compound

Wij hebben echt heel, heel veel geluk gehad, dat het zo afliep en dat we in Nafplio waren en niet in Poros, waar de schepen in de twee meter hoge deining tegen elkaar en tegen de kade kapot werden geramd.
Ook de andere mensen daar aan de kade in Nafplio hebben heel veel geluk gehad. Natuurlijk was er schade, maar er gingen mensen van de boot af en op de kade staan! En het was nota bene een knetterende donderbende die mij erg deed denken aan die driehonderd rendieren..

Ron heeft de havenpolitie kunnen overbluffen met “stay afloat” en een mail van het watersportverbond, waarin Ron verklaarde dat HIJ, als kapitein potdorie, ZELF wel kon uitmaken of zijn schip zeewaardig was of niet!
Ugh!
Want formeel lagen we aan de ketting.

Ondertussen ging er Nederland ook niet alles van een leien dakje.
Kosmos, de grote, rooie, verwende kat van Toyke, bleek in huize Melanie niet zo aardig voor de oorspronkelijke eigenaar (een kat bedoel ik dus. Zo denken katten.) Hij, Skip, werd magerder, magerder, durfde niet meer binnen.. tot Mel dacht “en nou is het over!” En nu is Kosmos bij Wim en Sandra! De boerderij heeft een mooie naam, maar “het kattenparadijs” volstaat wat mij betreft. Nu moet alleen Poes nog worden overtuigd van de geweldige eigenschappen van de grote rooie.
Want tja, Poes.. is Poes.
Poes is overigens wel een een tweede jeugd begonnen. Geen gekots meer en zelfs wat jeugdige overmoedigheid bij het bewaken van “haar” terrein. Heerlijk voor haar. En zooooo lief van Wim en Sandra!

Wat doen we hier nu eigenlijk aan boord, inmiddels aan de kade in Koilada.
We werken.
We krijgen als “mobile 10 insiders” de meest akelige telefoon updates. Ik ben steeds weer mijn adressen en telefoonnummers kwijt en ben er zo akelig van, dat ik alles inmiddels heb verzameld in een ouderwets dos txt bestandje. Laats was ik spontaan Grieks en nu ben ik weer Engels. Echt klote. Geen postvak uit, maar sent items. En het is dus geen vertaling, maar een interne naam. Mijn pc heeft dus geen idee.
Hm.
En natuurlijk ontmoeten we mede-zeilers. Ik ga niet roddelen. Maar.. Peter en Jolanda, Sietse en Hanneke daar kun je heel best een avondje mee borrelen:)
In het weekend klussen we.
Dat is nieuw! Dat is omdat we binnenkort Luna uit het water halen.
Dus de genua is er al af en het bijbootje is al ingepakt en Ron heeft de motor al geserviced.
Maar daar kun je mensen niet mee boeien denk ik:)
Dan maar even een overpeinzing..

Aan de kade in Koilade heeft zich een visser op een klapstoeltje neergezet. Hij heeft een speciale houder voor zijn hengel. Hij ziet er in de verte uit als mister Bean.
Tien meter verderop staat een andere visser. Hij vangt niks dan kleine visjes. Barbounia, Pah! Mister Bean vangt van alles, maar ook allemaal kleingoed.
“Weer zo’n kleintje! Wat moet ik daar nou mee? Zou het aas niet goed zijn? Ik gooi ze maar bij jou in het bakje. Jij hebt er nog wat aan.” In het emmertje van de andere visser dus.
Heel voorzichtig houdt hij steeds het gevangen visje met een doekje vast om het te onthaken. Daarna loopt hij naar het emmertje van de andere visser en vult zijn vangst aan.
Dan komen er twee jongetjes aanlopen. Branies van misschien 7 en misschien 10. Minachtend lopen ze om het emmertje van mister Bean heen. Ze lachen, maar ze lachen ook om (en met) de andere visser.
Ze hebben een groot visnet bij zich en vangen op een gegeven moment een krabbetje.
Tot mijn afgrijzen zie ik 1 van de branies een poot van de krab afdraaien.
Niet veel later komt er een man kijken bij de vissers, misschien de vader van een van de jongetjes.
Hij zegt dat ze moeten helpen als mister Bean een te kleine vis weer in het water wil gooien.
“Nee! Niet zo! Voorzichtig!” Als een van de koekenbakkers met een lompe schoen de vis in het water wil trappen.
Bah. Wat een rotjongens.

Als we die avond nog even binnen zitten zie ik in een ooghoek iets vreemds bij mijn basilicum.
Die basilicum ziet er trouwens sowieso vreemd uit. Zielig en terneergeslagen.
En er zit wat. Een stok? Hm? Aaaaargh! Een rups! Een ontzettend grote rups! Van een bijzondere vlindersoort vast ook nog, want ik herken m niet.
Als ik dichtbij kom, laat de rups zich meteen vallen.
Natuurlijk.
De dag erna schud ik mijn plantjes, mijn kruidjes, uit boven het zeewater.
Zo. Weg met die rups.

Nou vraag ik me alleen wat af.
Die rups. Die rups te water gooien. Is dat nou niet net zo erg als een poot van een krab afdraaien?

In Koilada verschijnen op een middag ook donkere wolken en wordt de wind onaangenaam. De Italiaanse buren hebben hun zeilkleding alvast aangetrokken, maar wij besluiten het allemaal niet af te wachten en varen uit, naar het midden van de baai, om de wind uit te zitten.
Nog een gat kunnen we er niet bij hebben.
Gelukkig luwt het de dag erna alweer en kalmpjes leggen we weer aan. Alsof er niks gebeurd is.

Aan de kade in Koilada ook iets wat Isabella reuze trots op ons zou maken. Bij de Lidl hebben we kattenbrokjes gekocht en die verdelen we iedere ochtend over de jonge katjes hier, waarna we ze vanuit de kuip bespieden. Want na het eten komen ze los.
Ze rennen, rollen, spelen als gekken. Eentje klimt uit pure joligheid in een paar lijnen die verderop aan een lantaarnpaal hangen, een ander gaat het gevecht ermee aan en trapt woest met de achterpootjes om de buit eronder te krijgen. Hihi.. zo leuk om naar te kijken.
Maar wie laat daar nou z’n lijnen hangen?
..
..
Verrek.
Dat zijn onze eigen lijnen!

Vanwege het gat in den boot en de verzekering, gaan we de 24e al uit het water. Op de werf bij Vasimakopoulo in Koilada. Oef. Dat is weer wennen.. de toiletten zijn een eind weg. En hoewel we ons inmiddels in de nacht redden met een youchurtbak, wordt het toch nooit wat tussen mij en dat ding. Bah. Ik plas soms over m’n hand.
Nee. Ik ben er een groot voorstander van om hier in Koilada tijdelijk een appartement te huren. Dan zijn we in de buurt voorlopig nog, wat handig is vanwege de gewenste reparaties en we zitten lekker warm met een eigen douche en een eigen toilet. Ha!
Pepy.. heeft inmiddels een appartement gevonden. He..he.. Maar ja, daar is ze zo laat mee, dat ze nu nog een maand uitstel wil. En ze wil ook nog troep bij ons opslaan, want er past niks in dat appartement natuurlijk! Zucht.
De hond, onze hond?, is overigens waarschijnlijk een Anatolische herder.
Soms slaat de twijfel toe. Een (grote) hond mag niet zomaar mee aan boord van een ferry, kan niet zomaar mee in een vliegtuig. Hier verderop staat een boot met aan boord een monsterlijke bordeaudog, die a la Kiko wordt gehesen met een tuig.
Ik moet er niet aan denken, Skylos op-en-neer heisen!

De zomertijd is ten einde en toch zitten we overdag nog buiten in de kuip tussen tuterende, piepelende, kwetterende en fladderende vogeltjes van velerlei slag. Zo’n gezellige boel hier.
Er zijn wel veel muggen. Van die rare, kleine, gemene overdagstekerds met die gestreepte pootjes waar je belachelijk grote bulten van krijgt. Ik hoop dat die vogeltjes veel muggen eten. Wij zijn ondertussen nog steeds blij met de klamboe uit het winkeltje in Poros, de klamboe die we voor het luik hangen. En we hebben een zeiltje over de sprayhood en de bimini gehangen. Beide zijn zo verschrikkelijk lek, dat een mini-bui al voor een stortvloed op de trap zorgt. We weten echter nog niet precies welke kosten we nog krijgen, dus we houden nog even de boot af. Een deel van de cosmetische schade aan de bakboordkant, zal waarschijnlijk wel vergoed worden door de verzekeraar. Maar welk deel he?

Ondanks alle toestanden, de schade, het huis, nesteldrang en dat ik Jet en Teetje en trouwens ook Bep en Toy ontzettend mis, zijn we volgens mij allebei.. gelukkig.
Gewoon, zomaar.