Door een taxichauffeur die in een dorpje dichtbij Korfos woont en die zijn Mercedes 12 jaar gelden in Duitsland heeft gekocht, naar Griekenland gereden en inmiddels anderhalf miljoen kilometer verder is, word ik naar Venizelos gereden voor de tocht naar Nederland.
Ron bewaakt het fort. De Luna, die we niet zomaar ergens achter kunnen laten.
En ik denk ook dat mijn moeder en mijn Ron, tja, wat zal ik zeggen, het allebei zo wel prima vinden.
Vanaf Schiphol word ik opgehaald door onze Jan.
Het is in Nederland als altijd. Het regent veel, is te koud voor de zomer en noem maar op.
Nou, het is zeker koud hier, na al die weken 35 graden..
Jan krijgt de onwillige deur naar de garage van het slot. Ai. Die moet ik dan maar niet afsluiten, want mij lukte dat niet. En als de min weer aangesloten is door Jan, start de zandrover zonder problemen.
Op een holletje naar de Kogendijk, een jurk halen voor Toy die inmiddels bij uitvaartcentrum Dekker in Zuid-Scharwoude / Langendijk ligt.
Welke jurk, Oh jakkes, past ze die wel? Of die? Eeehh: die vond ze altijd heel mooi! Denk ik als ik een wikkeljurk met prachtige bloemen in mijn handen heb.
Van boven neem ik een blouse mee die ze ook altijd graag aanhad.
Als ik weg wil rijden komt net Cor er aan en gezamenlijktuffen we naar het uitvaartcentrum.
Oh Totje, Toje, Totje toch.
Cor trekt zich tactisch met een sigaar terug op de parkeerplaats terwijl twee medewerkerers van het uitvaartcentrum en ik Totje omkleden.
Poeh.. wat een blauwe bulten en beurse plekken op je hoofd..
We camoufleren het ietsje. Niet te veel, want dat ziet er ook raar uit. En ook geen make-up. Ik kan met niet heugen dat ze make-up op had.
De haren mogen nog wel een haarband gebruiken, maar verder ziet ze er sereen uit.
Ze ziet wat witjes, maar voor het overige zou je denken dat ze zo haar ogen open doen en zegt: ‘Dag meis’
En dat ze dan wat schaapachtig moet grinniken op mijn uitroep: ‘Wat heb je nu toch weer gedaan!’
Maar Toy, mijn moeder, had geen kans.
Na de hersenschudding kwam een (hersen)bloeding, daarna een longontsteking, daarna een delier gevolgd door dehydratatie omdat ze niet teveel vocht mocht vanwege haar slecht werkende hart en ja, wat zal ik zeggen. Geen kans. Geen enkele.
Later bij Cor komt Frans ook nog even aanlopen.
We proberen te bedenken wat er allemaal moet, welke adressen er missen, wat we moeten doen..
Cor had een mooie kaart gezien. Een bruggetje dat verdwijnt in de mist.
Ik zie meer in de tuin van Daubigny, een tuin waar Toyke zo graag naar keek.
We spreken af dat over een jaar of vijfentwintig voor Cor de kaart met het bruggetje wordt gestuurd. Voor Toy wordt het de mooie tuin.
Om een uur of acht zoek ik Mel en Jaap op en de hele avond brengen we door in het Parkje, de nieuwe Kleine Prins.
We taaien veels te laat af en vanwege de drie glazen wijn in mijn kraag, laat ik de zandrover bij Cor staan en ga achterop bij Mel op de fiets naar huis.
Ik wil wel op de bank, maar Mel wil er niks van horen. Hup: opblaasmatras, dekbed in een hoes, handdoek.. Truste!
Uiteraard slaap ik prima, maar word al om half zes wakker, dus ik blader wat in de kookboeken die hier te kust en te keur voorhanden zijn tot Mel en Jaap wakker zijn.
Om een uur of tien? Ben het nu al kwijt? word ik afgezet bij Cor. Mel en Jaap gaan naar Jaap zn moeder, want die is jarig.
We spreken af dat we in de loop van de middag appen en dan ik dan met Kosmos komt, want tot mijn onuitsprekelijke blijdschap is Kosmos welkom bij Mel.
Skipper zal er zeker aan moeten wennen en Kosmos ook natuurlijk, maar hij gaat het maar goed krijgen, de bofferd!
De tijd verschiet en om half twee of zo zeg ik tegen Cor: Nu ga ik echt hoor!
Inmiddels is Joke even langsgeweest en heeft Cor op het orgel voorgespeeld wat hij graag wil spelen zaterdag.
Ik wil mijn viool halen en de adressen en ik wil even douchen.. Oeh: lekker lang, warm, oneconomisch douchen! Ik heb het zoooo koud..
Nou, zegt Ron op mijn kou-opmerking, dan zet je de kachel toch op 26?
Tja. Hij heeft gelijk ook.
Maar goed, aan de Otterkoog kan ik niet bij mijn viool. Gelukkig maar misschien voor de toehoorders Zaterdag. Aan de andere kant, ik ga ook even zingen.. Bist du bei mir. Er schiet me wel wat akeligs te binnen, want ik was er dus niet om je ogen toe te doen.
Maar misschien heeft zo’n overpeinzing geen nut, want je was eigenlijk al weg toen we nog dachten dat het alleen een hersenschudding was.
De muziekwensen van Toy en wat tekstmateriaal kan ik gelukkig vinden, samen met een artikel uit het NRC wat ze ooit aan me meegaf: hoe regel je een goedkope begrafenis.
Oh, oh, oh..
Maar ik sta inderdaad een half uur onder de zo warm mogelijk douche.
En op naar Cor weer met de verzamelde toestanden. Bij Cor hebben we al bijne geen tijd meer om nog wat te schrijven, want om vier uur hebben we bij Toy afgesproken. Ze mist nog een kettinkje en er moet nog wat geregeld..
Frans staat er ook al als we aan komen rijden.
We prutsen de kettinkjes om. Zo. Dat ziet er chique uit, de verzameling van het horloge, en de hangers (heet dat zo?) die ze van Bep, Nel en mij had gekregen en altijd droeg.
Alleen de haarband nog.
En de adressen! Ja, die liggen bij Cor uiteraard..
Ik omet nog even tanken en mn banden oppompen dus kom er wat later achter aan.
Sta ik bij het stoplicht op de N245 bij de kruising Koedijk, doet de zandrover “grr brbr bok bok bok bok” als ik wegrij.
Nee toch! Remmen vast?
Ik loop op de auto heen, maar ruik niks en voel ook niks.
Hm. Nog een stukje proberen? “Grr.. brr… bok bok bok bok bok bok”
Ok. Langs de kant met jou.
En tegen de tijd dat de ANWB komt, staat Cor er ook bij. Helaas liggen de kaarten en de adressen nog op de tafel.
Bah. De kruiskoppeling.
Dus.. we wachten weer een half uurtje op een afsleepwagen.
Edwin is nog een weekje op vakantie, maar gelukkig kan de auto naar Harry.
De chauffeur blijkt een zoon (1 van de 10) van Koppes! Van de Centra, het winkeltje waar ik vroeger snoep ging halen (en mijn moeder en opa de dageijkse boodschappen). Wat een toeval!
En nu rij ik dus rond in het autootje van Totje..
Ik ben wel afgeknoedeld.
Mir is wijs. Tuurlijk konden tante Toy en ik niet echt lekker met elkaar overweg. Maar we hielden wel van elkaar.
En zo is dat en daar gaat het uiteindelijk om.
En we halen herinneringen op. Och jeetje, weet je nog? Dat plaatje van Doris Day? We draaien het grijs! Helemaal grijs!
En toen had je nog dat kinderviooltje, zegt Mir. En dan moest je oefenen met die grote bruine zelf door Toy gebreide (verschrikkelijke prikkel, kriebel dingestrui) aan terwijl wij (Mel en Mir dus) maar naar boven gingen en het uitzaten.
Maar ze kwam toen ik (Mir) uit huis was langs met eten en uitleg over hoe ik in hemelsnaam zo’n kip moest klaarmaken.
Want ze vond het eigenlijk allemaal maar niks, zo’n meisje op zichzelf.
Aankomende vrijdagavond (19:30) is de condoleance bij uitvaartcentrum Dekker te Zuid-Scharwoude / Langendijk.